Inleiding - Racisme en discriminatie

De haat tegen het Joodse volk, het antisemitisme, ontstond vanuit verschillende motieven. In de Middeleeuwen werden joden gezien als een ketterse groep. Christenen hadden een religieus gemotiveerde afkeer van joden vanuit de overtuiging dat de eeuwige ballingschap van het Joodse volk een straf van God was.

In latere eeuwen werd ook nadruk gelegd op joden als economisch ongewenste groep in de samenleving. Joden werden uit de meeste beroepen geweerd en legden zich, vaak succesvol, toe op makkelijk toegankelijke beroepen in de handel, financiƫle dienstverlening of diamantenslijperij.

In de 19de eeuw probeerde men wetenschappelijk onderscheid te maken tussen de verschillende rassen door bestudering van de biologische kenmerken van elk ras. Het antisemitisme van Adolf Hitler borduurde daar op voort en vormt het absolute dieptepunt van racisme en antisemitisme.