Hier onder wat extra oefeningen. Door vaak vraagstukken op te lossen leer je immers het programma kennen. Tijdens de toets zal je gemakkelijk herkennen welke technieken je nodig zult hebben.
Gebruik weer het project 'nederland'. Zorg er voor dat je alle selecties en filters e.d. van vorige opdrachten weer hebt verwijderd (of het project opnieuw hebt geopend).
De gemiddelde huizenprijs per gemeente wordt gegeven met WOZ waarde. Dit is in de tabel een getal in duizenden. Als er in de tabel 234 staat wordt er dus bedoelt dat de koophuizen in deze gemeente gemiddeld een waarde hebben van 234000 euro. Deze informatie kan je dus uit de tabel van gemeenten halen.
Nu heb je gekeken naar hoe duur huizen zijn. Op dezelfde manier kan je er ook achter komen in welke buurten binnen Nederland het hoogste percentage van de huishoudens kinderen heeft. Het CBS gebruik hiervoor de afkorting P_HH_M_K.
De vorige vragen heb je op kunnen lossen door de tabellen van de lagen buurten en gemeenten te gebruiken. Nu gaan we twee lagen combineren. We zouden bijvoorbeeld uit kunnen zoeken hoeveel buurten met een hoog percentage huishoudens met kinderen er zijn in gemeenten met gemiddeld dure huizen.
Laten we de grens van dure huizen zetten op 350.000 euro. Dat is in de tabel 350. We zullen nu dus de laag Gemeenten moeten filteren op WOZ >= 350
Daarnaast moeten we de laag Buurten gaan filteren op de buurten met veel huishoudens met kinderen. We nemen hiervoor de grens van 70%. Deze laag filteren we dus als volgt: P_HH_M_K >= 70
TIP: Gebruik nadat je de twee lagen hebt gecombineerd de statistiek en tabel van de laag buurten om de andere vragen te beantwoorden.
Kies voor Intersectie bij de ruimtelijke query.