Fascisme - Middel

Parlement
Het Italiaanse parlement had weinig verweer tegen de gewelddadige en intimiderende praktijken van Mussolini. In 1922 ondernam Mussolini met zijn Fasci di combattimento de Mars op Rome (zie afbeelding). Daarop kreeg hij van koning Victor Emmanuel III het presidentschap in de schoot geworpen om de orde in het land te herstellen. Daarna was het snel gedaan met de parlementaire democratie in Italië. Vanaf 1926 was de fascistische partij de enige toegestane partij en de oppositie uitgeschakeld.

1 partij, 1 leider
Het Italiaanse fascisme was een totalitaire ideologie waarin slechts plaats was voor één partij en één leider. Democratie met een meerpartijenstelsel was voor fascisten een overbodig verschijnsel dat de staat slechts verzwakte. Het leidersbeginsel was een belangrijk uitgangspunt van het fascisme. De leider stond aan de top van een sterk hiërarchisch ingestelde partijstructuur. Hij wees het collectief de juiste weg en had absolute macht.

Dictatuur
De dictatuur was het logische uitvloeisel van de denkbeelden van fascisten over mens en maatschappij. Het collectieve belang van volk en staat was ondergeschikt aan het individuele belang. Inspraak was daarom niet wenselijk aangezien de leider een alwetende visie had op toekomst van volk en vaderland. Dictatuur in Italië hield in dat fascisten de dienst uitmaakten en elke vorm van verzet of oppositie met geweld de kop indrukten.

Controle over alle facetten van de maatschappij
Behalve de fascistische partij waren politieke partijen en vakbonden verboden. Fascisten stelden een verbod op de vrijheid van meningsuiting, propageerden het traditionele kinderrijke gezin en organiseerden beroepsgroepen onder fascistische leiding. Ook de massamedia stonden volledig onder fascistische controle.