Eerste Wereldoorlog
Het vredesverdrag van Versailles was voor Duitsland een traumatische ervaring. Het land voelde zich vernederd door Groot-Brittannië en Frankrijk. Wraak voor de geschonden eer van het vaderland was een belangrijke drijfveer van Adolf Hitler en de nationaalsocialisten.
Zwakke democratie
De Republiek van Weimar, ofwel de naoorlogse Duitse parlementaire regering die was samengesteld uit democratische partijen (SPD en DDP) bevond zich in een onmogelijke positie. Ingeklemd tussen links- en rechts-extremisme en aan handen en voeten gebonden door de vredesbepalingen van Versailles kon de parlementaire regering weinig goeds doen in de ogen van haar tegenstanders.
Economische crisis
De economische crisis kreeg Duitsland vanaf 1929 volledig in zijn greep en vormde de doodsteek van de parlementaire democratie. De twee politieke uitersten, de communisten van de KPD en de nationaalsocialisten van de NSDAP profiteerden. NA de verkiezingen van 1930 was de NSDAP in één klap de tweede partij van Duitsland na de SPD. Openbare ordeverstoringen en knokpartijen tussen communisten en nationaalsocialisten waren aan de orde van de dag.