De arbeiders die in de fabrieken werkten, hadden een gemeenschappelijk belang: verbetering van hun werk- en leefomstandigheden. Bekend is de kreet uit het Communistisch Manifest van Karl Marx: Proletariƫrs aller landen verenigt u!
Er was groot vertrouwen in de solidariteit tussen lotgenoten, tussen arbeiders uit verschillende landen, die dezelfde problemen hadden. Ideaalbeeld was een eensgezinde beweging die haar numerieke kracht kon gebruiken om gelijke rechten af te dwingen bij de economische elite van fabrikanten en op politiek niveau.
De rivaliteit tussen landen in Europa was als gevolg van het imperialisme groot. Dat leidde tot een sterk gevoel van nationalisme. Het eigen volk, het eigen land zou superieur zijn t.o.v. de concurrerende landen. Nationalisme in de 19de eeuw manifesteerde zich ook in de opkomst van de nationale staat. De Duitse en de Italiaanse eenwording zijn daar voorbeelden van.
Een andere voedingsbodem voor nationalisme was gekwelde nationale trots zoals in Frankrijk na de verloren oorlog tegen Pruisen in 1870. Militarisme en bewapening was de volgende stap op weg naar een nieuwe oorlog. Door de dienstplicht was er voor de komende gewapende conflicten geen gebrek aan soldaten.