Grondwet
In de grondwet van 1848 werd de vrijheid van godsdienst en onderwijs geformuleerd. Vrijheid van godsdienst was voor de katholieken het einde van een in de wet verankerde ongelijkheid. Vrijheid van onderwijs maakte het mogelijk om katholieke en protestante scholen op te richten. Tegelijkertijd was de grondwet van 1848 aanleiding voor de schoolstrijd. Deze strijd maakte de confessionelen meer bewust van het geloof als fundament van hun identiteit.
Onderwijs
Het onderwijs heeft een belangrijke rol gespeeld bij de emancipatie van verschillende bevolkingsgroepen. De confessionelen konden zich dankzij de grondwet van 1848 richten op de ontwikkeling van de zelfbewustheid van de achterban. De maatschappelijke kansen van arbeiderskinderen stegen vooral na invoering van de leerplicht in 1901. Het onderwijs zelf verbeterde ook. Er kwamen goede opleidingen voor onderwijzers, betere leermiddelen en meer aandacht voor didactiek.
Burgerij
De bemoeienis van de burgerij met het lot van arbeiders, wordt wel het burgerlijk beschavingsoffensief genoemd. Dat gebeurde vanuit mededogen maar deels ook uit eigenbelang. Het waren vaak rijke burgers die initiatieven namen tot oprichting van bibliotheken, scholen, liefdadigheidsinstellingen en verenigingen tegen drankmisbruik. Zo wilden zij bijdragen tot de opvoeding van arbeiders als nette burgers zonder revolutionaire ideeën.