De industriële revolutie betekende een ingrijpende verandering voor het dagelijks leven van mensen. Voor 1800 leefde een ruime meerderheid van de mensen op het platteland of hadden ze een beroep in een klein ambachtelijk bedrijf. Door de industriële revolutie kwam daar in snel tempo verandering in. Sindsdien verhuisden mensen in groten getale naar de steden, op zoek naar een beter leven.
De meeste nieuwkomers vielen van de regen in de drup. De fabrieken boden werkgelegenheid, maar daar was ook alles mee gezegd. De sociale problematiek zoals woningnood, ontwrichte gezinnen, slechte werkomstandigheden en gezondheidsproblemen die de industrialisatie met zich meebracht, werd in Nederland in de tweede helft van de 19e eeuw aangeduid als ‘De Sociale Quaestie’.