Wanneer de drijvende as gaat draaien, ontstaat er wrijvingsweerstand tussen de flanken van de riemen en de groeven in de riemschijven. Deze weerstand wordt nog vergroot door de voorspanning van de riem. De opgewekte wrijving is voldoende om de kracht over te brengen op de gedreven as.
De V-groef moet zo diep zijn dat de V-riem vrij ligt van de bodem. De breedte en hoogte van de riem stem je af op het over te brengen vermogen. Bij kleine vermogens is één riem voldoende. Voor grotere vermogens gebruikje vaak meerdere riemen naast elkaar. Speciaal hiervoor zijn er ook gekoppelde riemen te koop.
Tijdens het draaien van de overbrenging wordt een deel van de wrijvingsweerstand opgeheven door de
centrifugaalkracht. Deze slingert de riem naar buiten. Hoe meer toeren, hoe groter de centrifugaalkracht en hoe kleiner het overgebrachte vermogen. Het maximale toerental van een V-riemoverbrenging is daarom beperkt.