Inductie en deductie, generalisatie en hypothese
Na Copernicus waren er vele andere wetenschappers die op basis van waarnemingen belangrijke ontdekkingen deden. Toenemende communicatie tussen wetenschappers stimuleerde de wetenschappelijke ontwikkeling. De benaming wetenschappelijke revolutie is pas in de achttiende eeuw op deze periode van intensief wetenschappelijk onderzoek geplakt.
Pas toen werd het belang ingezien van de wetenschappelijke ontdekkingen die in betrekkelijk korte tijd rond 1600 waren gedaan. Al deze ontdekkingen werden gedaan op basis van waarnemingen en experimenten en gaven het gebouw van de wetenschap een geheel nieuw aanzien. De moderne wetenschap op basis van empirische methoden was geboren en werd in de daaropvolgende eeuwen vervolmaakt door briljante geesten als Newton, Einstein en Darwin.
Galileo Galilei (1564-1642)
Italiaanse wetenschapper die net als veel wetenschappers uit de 17e eeuw thuis was op vele terreinen: wiskunde, natuurkunde, mechanica en sterrenkunde. Hij verbeterde de telescoop en deed opmerkelijke astronomische waarnemingen.
Op basis van zijn waarnemingen concludeerde hij dat Copernicus gelijk had met zijn heliocentrische opvatting. Zijn ideeën over de versnelling van vallende voorwerpen ongeacht hun massa vormden de basis voor de dynamicaleer van Newton.