Doel: handel met West-Indiƫ, kaapvaart op Spaanse schepen. De Kaapvaart duurde tot 1648 (vrede met Spanje)
De West-Indische Compagnie (WIC) werd in 1621 na afloop van het Twaalfjarig Bestand met Spanje opgericht. Organisatorisch volgde de maatschappij het voorbeeld van de VOC, maar had veel minder bevoegdheden. De compagnie bestond uit de vijf kamers: Amsterdam, Zeeland, Rotterdam, Hoorn en Groningen. Belangrijkste doel was handel, kolonisatie en kaapvaart ten koste van de Spaanse en Portugese bezittingen. De Staten-Generaal gaf aan de WIC het monopolie op de handel van de Republiek met West-Indiƫ, West-Afrika, en Noord- en Zuid-Amerika. Na vrede met Spanje was kaapvaart niet meer mogelijk. De WIC verscheepte een half miljoen slaven van Afrika naar Amerika.