In de 16de eeuw was de handel in specerijen in Azië nog volledig in handen van Portugal. Vanaf 1600 veranderde dat snel. Portugal was niet in staat om aan de vraag te voldoen waardoor de prijzen stegen. Er was dus veel geld te verdienen met deze handel. Portugal had ook niet de militaire middelen om de handelsgebieden in Azië af te schermen voor concurrenten.
De oprichting van de VOC doorbrak het handelsmonopolie van de Portugezen in Azië. De oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC) vormde een belangrijke impuls voor de wereldhandel. De twee handelsmaatschappijen vormden gedurende twee eeuwen een belangrijke financiële pijler onder de Republiek.