De kruistochten hebben een belangrijke rol gespeeld in de late Middeleeuwen. Het religieuze motief speelde in de Middeleeuwen een belangrijke rol. Die drijfveer ging in de praktijk vaak hand in hand met het streven om er ook persoonlijk beter van te worden. Voor veel ridders en vorsten werden de kruistochten een traditie en een proeve van mannelijkheid. Bovendien was er in het Midden-Oosten veel rijkdom te vergaren:
Kooplieden uit Italiaanse steden als Venetië, Genua en Pisa wisten handelsprivileges te bemachtigen bij de Byzantijnse keizer.
Na de Eerste Kruistocht werd Het Heilige Land verdeeld in een aantal kleine christelijke staatjes die werden bestuurd door leiders van de Eerste Kruistocht. In de nieuwe staatjes waren heel wat belangrijke bestuurlijke functies te verdelen.
Een verhaal apart was de lucratieve handel in relikwieën uit Jeruzalem. Vermeende restanten van heilige voorwerpen zoals het houten kruis waaraan Jezus was gestorven brachten veel geld op.
Afbeelding boven: Een klein deel van de gigantische buit die na inname van Constantinopel naar Venetië werd getransporteerd: de bronzen paarden werden voortaan op de kathedraal San Marco in Venetië gestald.
Afbeelding onder: Belegering van Constantinopel in 1204 door kruisvaarders.