In de 10e eeuw kwam als reactie op het wereldse gedrag binnen de Kerk en kloosters een hervormingsbeweging op die terug wilde naar de spirituele basis. Middelpunt van die beweging was de kloosterorde van Cluny die werd opgericht in de 10e eeuw en een belangrijke invloed zou hebben op de Kerk. Een strikte naleving van de regel van Benedictus was het fundament van de in eerste instantie kleine kloosterorde. Er werd onafgebroken gebeden, gewerkt en aan liefdadigheid gedaan. Het contrast tussen de ascetisch en sober ingestelde orde van Cluny met de Kerk en de oudere kloosterordes was groot.
Cluny werd enorm populair en symbool van religieuze zuiverheid. De band met Rome werd door de abten van Cluny goed onderhouden waardoor de orde onafhankelijk bleef van plaatselijke machthebbers en hoge geestelijken. Cluny ontwikkelde zich tot een invloedrijke orde met rond 1100 een duidelijke voorbeeldfunctie. Cluny had banden met meer dan 1200 abdijen en kloosters. Uiteindelijk ontkwam ook de orde van Cluny niet aan verwereldlijking en dwaalde na verloop van tijd af van de sobere levenshouding. Haar rol werd overgenomen door de cisterciënzer orde die werd opgericht in Cîteaux.