Het streven van Gregorius VII naar absolute macht binnen kerk en maatschappij stond in dienst van een religieus doel. Hij was voorstander van een maatschappij die in alle facetten was doordrongen van het christelijke geloof.
Hij wordt gezien als een belangrijk kerkhervormer die de Kerk terug wilde brengen naar zijn geestelijke idealen. Hij streed tegen simonie en hekelde voorgangers die hadden geleefd als losgeslagen wereldlijke vorsten.