Doel :
Lln kan verschillende groepen medicatie benoemen.
Lln kan uitleggen welke medicatie eerst moet worden gegeven en waarom.
Lln kan benoemen welke klachten de zorgvrager heeft bij benauwdheid.
Lln kan benoemen waar ze op moet letten of de zorgvrager juist inhaleert.
Lln kan laten zien en uitleggen hoe de voorzetkamers gereinigd moeten worden.
Lln kan benoemen welke observatie punten zij heeft als een zorgvrager inhaleert met een vernevelaar.
Les |
ZGKv |
Skills |
Meenemen |
3 |
Medicatie: Inhalatie en rectaal N3: Boek Persoonlijke basiszorg Deel 2: H12.4.5-6 en H 19.3 Boek Verpleegtechnische handelingen H6.1 t/m 6.3, H 3.6.7 N4: Boek Verpleegtechnisch handelen H4 |
Medicatie: Inhalatie Rectaal: zetpil, microlax, klysma, rectumcanule |
Adressenboekje |
Opdrachten les 3 Inhaleren en laxeren