Woordenschat: De computer termen

Klikken

Als je met de muis ergens op gaat staan en dan op de muis duwt dan noem je dat klikken.

Website

Een pagina op internet waar informatie op staat.

Inloggen

Voor sommige websites moet je lid worden van de website.

Alleen dan kan je de informatie zien.

Als je ergens wilt inloggen moet je een gebruikersnaam hebben en een wachtwoord.

Gebruikersnaam

Een woord dat je gebruikt om in te loggen.

Op school is je gebruikersnaam je leerlingennummer of je emailadres

Wachtwoord

Samen met je gebruikersnaam kan je inloggen op een website.

Het wachtwoord is geheim, dat betekend dat niemand anders dit mag weten.

Op school krijg je een wachtwoord, dit wachtwoord is overal voor:

​Je kunt het wachtwoord veranderen maar dan moet je het wel heel goed onthouden.

Account

Zo noem je het als je lid bent van een website.

Dan heb je een account.

Document

Iets dat je op de computer hebt gemaakt en hebt bewaard op de computer.

Opslaan

Als je iets op de computer hebt gemaakt dan wil je dit bewaren zodat je het niet kwijt raakt.

Zo kan je je document opsturen of uitprinten.

Een ander woord voor bewaren is opslaan

Printen

Als je iets op de computer maakt en op papier wilt afdrukken.

Een ander woord voor afdrukken is printen.

Emailen

Als je via de computer een brief stuurd naar iemand anders.

Internet Browser

Een programma waarmee je op internet kunt.

Er zijn verschillende programma's.

Op school gebruiken wij Google Chrome