Naast zijn literaire arbeid voor de koran, was Mohammed ook bezig met de sociale en politieke problemen in zijn streek. De traditionele vijandigheden tussen de verschillende Arabische stammen probeerde hij te elimineren door instelling van de Oemma, ofwel de wereldwijde gemeenschap van moslims.
Het bevorderen van eenheid d.m.v. de Oemma hield onder meer in dat moslims elkaar zouden bijstaan in geval van conflicten met niet-moslims.