De periode daarna veroverde de Omajjaden-dynastie grote delen van Spanje. In de jaren van 661 tot 750 behoorde Spanje tot het Islamitische Rijk. Het Arabisch werd de officiële taal in het hele Islamitische Rijk. Er werden Arabische munten ingevoerd: gouden dinars, zilveren dirhams, voorzien van Koranverzen. Bijna 90 jaar (661-750) regeerden de Omayaden kaliefs vanuit hun hoofdstad Damascus. Zij regeerden het land meer dan wereldlijke vorsten, dan als godsdienstige leiders.
Het Midden-Oosten kende in deze periode een grote culturele bloei. Waar Europa na de val van het Romeinse Rijk in een diepe crisis kwam, met een dalende bevolking, invasies en opkomende armoede, kwamen steden als Alexandrië, Basra, Damascus en vooral Bagdad tot grote bloei. De bevolking van deze steden groeide en op gebieden als literatuur, architectuur, geneeskunde en wetenschap kwam de regio mijlenver voor te liggen op Europa. Arabische legers veroverden steeds meer gebieden in Noord-Afrika en Spanje. Ook voeren Arabische handelsschepen naar India, Indonesië en langs Oost-Afrika.