Mohammed, de grondlegger van de islam, kwam voort uit een stam die handel dreef in en rond Mekka. Mohammed werd al op zijn zesde jaar wees en opgevoed door familieleden. In zijn jonge jaren was hij schaapherder, maar ruilde dat beroep in voor een succesvol bestaan als koopman.
In Mekka kwam Mohammed in aanraking met tal van godsdiensten en op zijn reizen ontmoette hij christenen en joden. In zijn 25e levensjaar trouwde hij met een vijftien jaar oudere rijke weduwe. Mohammed had als rijke koopman voldoende tijd om over andere zaken van het leven na te denken. Hij werd gegrepen door de sociale ongelijkheid en het onrecht om hem heen.