Bloei kloosteroorden - Kerstening

Kerstening door missionarissen en monniken
Kloosters waren centra van cultuur die veel mensen aantrokken. Buiten de religieuze plichten voerden kloosterlingen ook tal van andere taken uit. Naast de liturgische plicht van het bidden, verrichtten zij ook handarbeid zoals het verbouwen van gewassen, het aanleggen van wegen en sloten, het met de hand kopiėren van teksten en het bestuderen van wetenschappelijke en religieuze boeken. Van de kloosters ging een aantrekkingskracht uit die de verspreiding van het christendom stimuleerde. De regel van Benedictus heeft aan deze populariteit veel bijgedragen. Voor lijfeigenen of arme boeren kon een abdij een toevluchtsoord zijn in tijden van verdrukking.

Door schenkingen en nalatenschappen werden de abdijen en kloosters steeds rijker. Langzaam maar zeker ontwikkelden de kloosters zich tot grootgrondbezitters.