Bekering
Ondanks de tegenwerking van de autoriteiten en de regelrechte vervolgingen groeide het christendom gestaag door. Als verklaring daarvoor kan worden aangevoerd dat de christenen er actief op uit waren mensen te ´bekeren´, omdat zij geloofden dat alleen christenen een goed leven na de dood te wachten stond.
Voor mensen met een ondergeschikte positie in de Romeinse samenleving, vrouwen, armen, slaven, was dit een aantrekkelijke boodschap. Bovendien zetten christenen hun verhaal kracht bij door daadwerkelijk (financiële) ondersteuning aan elkaar te bieden.
In 313 maakte keizer Constantijn (zie afbeelding links) een draai van 180 graden en erkende het christendom, wellicht omdat hij er een nieuw bindmiddel in zag voor het imperium. Uiteindelijk werd het christendom aan het eind van de 4e eeuw door keizer Theodosius verheven tot staatsgodsdienst van Rome.