Jagers en verzamelaars zoals we gemakshalve alle menselijke bewoners van de aarde voor 11.000 v. Chr. aanduiden, hadden een belangrijk gemeenschappelijk kenmerk. Ze leefden van de jacht op dieren en verzamelden alles wat eetbaar was en namen dat mee op hun trektochten. De mobiliteit van hun belangrijkste voedselbron bepaalde hun leefwijze.
De opkomst van de landbouw en veeteelt heeft aan deze leefwijze vrij abrupt een einde gemaakt. Vanaf het moment dat mensen in staat waren gewassen te telen en vee te houden in de nieuwe Steentijd (ongeveer 11.000 v. Chr.) waren ze meer gebonden aan hun grond. Ze vormden sedentaire nederzettingen en ontwikkelden een geheel nieuwe leefwijze.
Mensen beschikten door de ontwikkeling van landbouw over meer voedsel waardoor de populatie kon groeien. Er ontstonden samenlevingen met hiƫrarchische structuren en verschillende beroepsgroepen. De overgang van het jagen en verzamelen naar landbouwactiviteiten is daarom een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in de historie van de mens.