Opdracht 5: "Mijn Identiteit"


Download de onderstaande link. Hierin staan de opdrachten over cultuur en identiteit


Vragen over Mijn Identiteit

of kopieer onderstaande direct in je portfolio en maak dan de vragen.

Thema 1. Persoonlijkheid en gedrag

1. Vul elk begrip in de juiste zin in. Individu / identiteit / eigenschap / opvoeding / imitatie
a.
Veel mensen vinden structuur tijdens de ________ heel belangrijk.
b.
Harm en Marissa hebben die _______van hun vader geërfd.
c.
Als een moeder lacht naar haar baby en de baby lacht terug, dan is dat____
d.
Je opvoeding vormt een belangrijk deel van je_____
e. I
eder________heeft unieke eigenschappen.
2.
Er zijn verschillende manieren waarop gedrag kan worden aangeleerd. Schrijf drie manieren op en geef van elke manier een voorbeeld.
Lees de uitspraak.
Als kinderen zich crimineel gedragen, komt dat door hun opvoeding.
Leg uit of jij het met deze uitspraak eens bent.

3. Tekst:
Overgewicht (obesitas) is in veel landen een groot gezondheidsprobleem. Vaak komt obesitas bij meerdere personen uit één familie voor. Omgevingsfactoren, zoals de voedings-en  bewegingsgewoonten van een familie, kunnen hierbij een rol spelen. Daarnaast speelt erfelijkheid een rol, want sommige mensen hebben meer aanleg voor overgewicht dan andere mensen.
Leg uit wat deze tekst met het nature-nurture te maken heeft.

Thema 2. Tradities en gewoontes
1. Elke groep mensen heeft eigen waarden en normen.
a. Leg uit wat waarden zijn.
b. Leg uit wat normen zijn.
c. Leg uit wat waarden en normen met elkaar te maken hebben.
d. Leg uit wat waarden en normen met gedrag te maken hebben.
2. Schrijf bij de tradities een bijbehorend symbool en ritueel op. Vul ook de ontbrekende tradities in .
a. Traditie:Sinterklaasavond
    
Symbool : 
   
Ritueel :
b.
Traditie: 
   
Symbool : Oliebollen
   
Ritueel: Vuurwerk   afsteken
c.
Traditie: Trouwen
    
Symbool :
    
Ritueel:
d.
Traditie:
    
Symbool:
   
Ritueel : Twee minuten stil zijn
3.
Binnen elk bedrijf is er sprake van een bedrijfscultuur.
a.
Waarom is het voor veel mensen belangrijk om zich verbonden te voelen met de cultuur van het bedrijf waar ze werken?
b.
De cultuur van het ene bedrijf kan sterk verschillen van de cultuur van het andere bedrijf. Geef twee voorbeelden van hoe bedrijfsculturen van elkaar kunnen verschillen.
c.
Schrijf twee normen op die in de bedrijfscultuur gelden van het bedrijf of de organisatie waar jij werkt of waar je hebt gewerkt.
4.
Naast de dominante cultuur van een samenleving bestaan er subculturen en tegenculturen .
a.
Leg uit wat een dominante cultuur is.
b.
Leg uit wat een subcultuur is.
c.
Leg uit wat een tegencultuur is.
5. Leg bij elke groep uit of jij vindt dat die groep een voorbeeld is van een subcultuur of van een tegencultuur.
a.
Een groep mensen die een gothic-muziekfestival bezoekt.
b.
De Occupy-beweging die demonstreert tegen de bankenwereld en de overheid.
c.
De hackersgroep Anonymous die opkomt voor internetvrijheid door websites plat te leggen.
d.
De carnavalsvereniging van een stad in Limburg.
6.
Kun je de supportersvereniging van een voetbalclub als een subcultuur beschouwen? Leg je antwoord uit.
7.
Kun je hooligans als een tegencultuur  beschouwen? Leg je antwoord uit.