Opdracht 2. "Omgangsregels in de groep"


Doel:

De sfeer in de klas is prettig wanneer er gezamenlijke regels en manieren zijn. Dat geeft namelijk duidelijkheid, stabiliteit en groepsgevoel. Hiermee weet ik als groepslid hoe ik me moet gedragen en voelt iedereen zich veilig.

Normen en waarden van de groep, de beroepsgroep waar ik mij thuis voel (bijvoorbeeld; Groenvoorziening, loonwerk, veehouderij, paardenhouderij, voeding, bloemendetailhandel, vormgever, dierverzorger of paraveterinaier)  en de rol van de docent en de student zelf bepalen dus de sfeer in een klas.

Waarden en normen
Waarden en normen bepalen de gedragsregels en de richting van een groep.

De normen en waarden bepalen dus grote mate hoe ik mij in de klas of groep gedraag. Samen met de docent bepalen jullie de gedragsregels in de klas.

De opdracht:

  1. Maak een groep van 4 of 5 personen
  2. Bedenk als groep 3 waarden die jullie belangrijk vinden in de klas
  3. Bedenk daarna als groep 6 normen (regels) die jullie belangrijk vinden in de klas
  4. Nabespreken en de belangrijkste afspraken vastleggen in 5 regels.
  5. Iedereen houdt zich hier aan

Voeg de 3 waarden en 6 normen toe aan je portfolio. Gebruik hiervoor het onderstaande werkblad. klik op de link.