Antwoorden

stap 1

1a. inkomsten en uitgaven van de overheid

b. In hoofdstukken, per ministerie 1 hoofdstuk

c. De miljoenennota gaat tegenwoordig over miljarden euro's, dus miljarden nota

d. Als er meer geld wordt uitgegeven dan er binnen komt. Als dit meerdere jaren gebeurt dan groeit de staatsschuld.

 

2a. 246,8 - 259,6 = -12,8 miljard. Dus een tekort van 12,8 miljard euro

b. 12.800.000.000 : 365 = 35.068.493, 15 dus  ongeveer 35 miljoen euro per dag

12.800.000.000. : 16.600.000 = 771, 08

c. 467.000.000.000 : 16.600.000 = 28.132,53

d. 8,4 : 467 x 100 = 1,8%

e. Begrotingstekort - aflossingen staatsschuld = financieringstekort  

12,8 - 2,4= 10,4    

 

stap 2

1. De crisis

2. vergrijzing

3. rente betalen

4. overheid kleiner, minder subsidies, beperking van regelingen (zorgtoeslag en kinderopvang) daarnaast investerein in de infrastructuur, zorg en onderwijs

5. Doordat er meer mensen werken, betalen meer mensen belasting, dus meer inkomsten. Doordat mensen langer moeten doorwerken en nog geen recht hebben op AOW, hoeft de overheid hier minder aan uit te geven. 

 

stap 3

1. 1,5 %

2. 10 jaar

3. De uitgaven van de overheid nemen toe als ze meer rente moeten betalen. Of de staatsschuld toeneemt hangt af van de inkomsten. Bij gelijke inkomsten, neemt de staatsschuld toe

stap 4.

Eigen antwoord, let op dat volgend argumenten er ongeveer inkomen:

Romana = De overheid moet het goede voorbeeld geven. Als je inkomsten en uitgaven gelijk zijn, hoef je geen geld te lenen en dus geen rente te betalen. Wat je niet aan rente hoeft uit te geven kan je aan andere zaken uitgeven.

Jack=  lenen voor investeringen zijn juist goed. Door te investeren kan de economie groeien. Als de economie groeit, nemen de inkomsten van de overheid weer toe en verdienen zij dus hun investering terug. 

 

stap 5

C