Bekijk nogmaals het diagram met de belastinginkomsten.
1
De inkomsten van de overheid bestaan voor 22,5 miljoen uit vennootschapsbelasting.
Zoek op wie vennootschapsbelasting betalen.
2
Naast de genoemde belastingen zijn in het diagram ook nog 'Overige belastinginkomsten' aangegeven.
Schrijf minimaal twee overige belastingen op.
3
Naast belastinginkomsten zijn er de niet-belastinginkomsten.
Voorbeelden hiervan zijn schoolgeld en de opbrengsten uit de verkoop van aardgas.
Bedenk (of zoek op) nog twee voorbeelden van niet-belastinginkomsten.