Ons lichaam bestaan uit miljarden cellen. In de celkern van deze cellen liggen onze chromosomen. Onze chromosomen bestaan uit hele lange slierten, die we DNA noemen.
Iedereen heeft zijn eigen unieke DNA.
Als er DNA gevonden worden op een plaats delict, kun je dus daarmee de dader vinden. Je moet dan natuurlijk wel eerst DNA van de dader hebben om te vergelijken!
DNA wordt ook gebruikt om vaderschapstesten te doen. Hiermee zoek je uit wie de echte vader van het kind is. Soms kun je met DNA ook uitzoeken of je een erfelijke ziekte hebt.
Opdracht 1
In iedere cel van jouw lichaam zitten chromosomen.
In alle normale cellen zitten 46 chromosomen. Alleen in jouw geslachtscellen zitten er maar 23 chromosomen.
Bij de bevruchting komen de eicel (van de vrouw) en de zaadcel (van de man) samen. Beide hebben 23 chromosomen, dus samen 46 chromosomen.
Samen vormen zij de basis voor een nieuwe mens!
Alle eicellen van de moeder hebben het X-chromosoom.
De zaadcellen van de vader hebben of het X-chromosoom of het Y-chromosoom.
De zaadcel en eicel samen bepalen of het kind een jongen of een meisje wordt.
XX = Meisje
XY = Jongen
Vul onderstaand schema nu goed in. Wordt het een jongen of een meisje?
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wie bepaalt of het kind een jongen of een meisje wordt?
De vader / moeder bepaald het geslacht omdat ___________________________
______________________________________________________________________________________________________________________________________
Opdracht 2
‘Die neus heb je van je moeder!’ of ‘Je hebt echt je vaders ogen!’
Dit zijn dingen die je mensen vaak hoort zeggen, maar hoe kun jij nou de neus van je moeder hebben?
In het DNA zit alle informatie over hoe jij eruit gaat zien. De oogkleur, de haarkleur, de huidskleur en hoe de vorm van jouw neus en gezicht gaat worden.
Dit DNA heb je van jouw ouders gekregen.
Het DNA van beide ouders bevat de informatie over de oogkleur. Maar wat als jouw moeder blauwe ogen heeft en jouw vader bruine? Welke kleur ogen krijg jij dan?
Een gen (stukje DNA) kan dominant tegenover het andere gen. Dit wil zeggen dat dit gen de wedstrijd altijd wint en dus bepaald wat de kleur gaat worden.
Bij de oogkleur is de kleur bruin (B) dominant over de kleur blauw (b). Dit betekend dat je wanneer je van jouw vader bruin B krijgt en van jouw moeder blauw b, dat jij bruine ogen hebt!
In onderstaande afbeeldingen staan de cellen en geslachtscellen van een vader en moeder getekend. Welke kleur ogen krijgt dit kind? Vul de tabel in.
|
Eicel |
Eicel b = blauw |
Zaadcel B = bruin |
Blauw / Bruin |
Blauw / Bruin |
Zaadcel |
Blauw / Bruin |
Blauw / Bruin |
Welke kleur ogen heeft de moeder? ___________________________________
Welke kleur ogen heeft de vader? _____________________________________
|
Eicel |
Eicel b = blauw |
Zaadcel B = bruin |
Blauw / Bruin |
Blauw / Bruin |
Zaadcel |
Blauw / Bruin |
Blauw / Bruin |
Kan een kind van ouders met bruine ogen ook blauwe ogen krijgen? Waarom wel of niet? _______________________________________________________________
______________________________________________________________________________________________________________________________________
Opdracht 3
Bekijk eerst de film op : http://www.ntr.nl/player?id=9697844
DNA is opgebouwd uit 4 verschillende bouwsteentjes.
A = Adenine = groen
T = Thymine = rood
C = Cytosine = blauw
G = Guanine = geel
Bij forensisch onderzoek wordt er gekeken naar de volgorde van deze bouwsteentjes. Iedereen heeft een andere volgorde van bouwsteentjes, dit maakt jouw DNA uniek.
Maak nu jouw eigen DNA patroon.
Wat heb je nodig?
Wat ga je doen?
Bouwsteentjes bij de persoonlijke eigenschappen
1.
Oogkleur |
blauw |
grijs |
groen |
bruin |
Kraaltje |
blauw |
rood |
groen |
geel |
2.
Haarkleur |
zwart |
bruin |
blond |
anders |
Kraaltje |
blauw |
rood |
groen |
geel |
3.
Huidskleur |
Blank (wit) |
Blank (getint) |
Bruin (donker) |
Aziaat (gelig) |
kraaltje |
blauw |
rood |
groen |
geel |
4.
Neus |
groot |
klein |
wipneus |
anders |
Kraaltje |
blauw |
rood |
groen |
geel |
5.
Lippen |
Dun |
normaal |
dik |
anders |
Kraaltje |
blauw |
rood |
groen |
geel |
6.
Overig gezicht |
sproeten |
moedervlekken |
kuiltjes |
niets/anders |
Kraaltje |
blauw |
rood |
groen |
geel |
7.
lichaam |
klein |
gemiddeld |
lang |
|
kraaltje |
blauw |
rood |
groen |
|
8.
Schoenmaat |
35-37 |
38-40 |
41-42 |
43-45 |
Kraaltje |
blauw |
rood |
groen |
geel |
Schrijf hieronder de kraalkleur die jij nodig hebt voor iedere eigenschap
Eigenschap |
Kraalkleur |
Oogkleur |
|
Haarkleur |
|
Huidskleur |
|
Neus |
|
Mond |
|
Overig gezicht |
|
Lichaam |
|
Schoenmaat |
|
Vergelijk jouw veiligheidsspeld met die van een klasgenoot.
Op hoeveel punten verschilt jullie volgorde van kralen? _______________________
Maak nu ook een veiligheidsspeld over je vader of moeder.
Vul de tabel weer in.
Eigenschap |
Kraalkleur |
Oogkleur |
|
Haarkleur |
|
Huidskleur |
|
Neus |
|
Mond |
|
Overig gezicht |
|
Lichaam |
|
Schoenmaat |
|
Op hoeveel punten verschilt jouw volgorde met die van jouw vader/moeder?
___________________________________________________________________
Lijk jij meer op één van jouw ouders dan op een klasgenoot?
___________________________________________________________________
Je hebt nu geleerd hoe het DNA in elkaar zit. Maar hoe vind je nou de dader als je DNA hebt? Hoe doe je DNA onderzoek?
Opdracht 1
Je hebt geleerd dat DNA in alle cellen van het lichaam zit.
Op het plaats delict kun je vanalles vinden waar DNA in zit.
Wat kun je vinden op het plaats delict wat mogelijk DNA van de dader bevat?
Zoals je hebt gezien zit het DNA in de celkern van alle cellen. Om iets met het DNA te kunnen doen moet je het eerst uit de celkern halen.
Met onderstaand practicum ga je DNA halen uit de cellen uit jouw eigen mond.
Dit doe je met afwasmiddel. Afwasmiddel maakt de wand van de cel en kern kapot zodat het DNA eruit kan. Ethanol zorgt er daarna voor dat het DNA los komt van de rest van de cel zodat je het kunt zien.
Wat heb je nodig?
Wat ga je doen?
Wat zie je? __________________________________________________________
______________________________________________________________________________________________________________________________________
Opdracht 2
Als het DNA uit de kern gehaald is kun het gaan onderzoeken en gaan vergelijken met ander DNA.
Dit is een moeilijk proces, wat gebeurd met allemaal dure apparaten die we school niet hebben. Wat doen die apparaten dan?
Het DNA is uit de kern en zit in een bakje/buisje. Bij dit DNA wordt een primer gedaan. Een primer zijn een soort kleine schaartjes die het DNA in kleine stukje knippen. Dit doen ze alleen bij een bepaalde temperatuur.
Primers zijn geen gewone schaartjes. Deze schaartjes knippen alleen als ze een bepaalde volgorde van bouwsteentjes tegen komen.
Een primer knipt bijvoorbeeld alleen als hij ATTGCACGTAACTAG tegen komt.
Niet iedereen heeft de volgorde ATTGCACGTAACTAG in het DNA, alleen als jij die volgorde hebt knipt de primer.
Als het DNA het apparaat uit komt is het dus geknipt in kleine stukjes. Deze stukjes zijn niet allemaal even groot. Er zijn kleine stukjes en grote stukjes.
Weer met een ander apparaat worden de stukjes gesorteerd. Alle stukjes die even groot zijn komen bij elkaar. Deze stukjes worden dan in een soort bad gelegd. De grote zware stukjes zakken naar beneden, de kleine lichte stukjes blijven bovenin.
Dit ziet er dan zo uit.
Dit is het geknipte DNA van
verschillende mensen.
Van hoeveel verschillende personen zijn de 5 DNA monsters die je hierboven ziet?
Van ______________________ personen.
De politie heeft in een database een hele grote verzameling van DNA. Als zij DNA vinden op een plaats delict gaan ze kijken of dit DNA misschien van iemand is die al in de database staat.
Als dat zo is, dan is de moord snel opgelost!
Op de volgende pagina staat een heel aantal DNA monsters. Dit is de database.
Je hebt DNA gevonden op een plaats delict. Ga dit DNA vergelijken met het DNA in de database.
DNA DATABASE
1 2 3 4 5
6 7 8 9 10
11 12 13 14 15
Op het plaats delict heb je DNA van drie verschillende mensen gevonden.
Vergelijk dit DNA met de database. Kun je de dader nu al vinden?
DNA 1 DNA 2 DNA 3
Heb je het DNA kunnen vinden in de database?
DNA 1 ja / nee database nummer: ________________
DNA 2 ja / nee database nummer : _______________
DNA 3 ja / nee database nummer: _______________