Een tandriem hoef je minder nauwkeurig te spannen dan een V-riem. Dit komt omdat de V-riem gebruik maakt van het wrijvingsprincipe. Als de spanning onvoldoende is, zal de riem slippen. Bij een tandriemoverbrenging grijpen de tanden van de riem in de tanden van de schijf.
Daardoor kan de riem nooit slippen. Zorg er wel voor dat de riemspanning niet veel te laag is. De riem wordt dan naar buiten gedrukt en loopt niet meer goed over de schijven. Hierdoor treedt er vermogensverlies op en
vervormt de riem.
Uiteindelijk zullen de tanden van de riem verspringen ten opzichte van de tanden van de schijf. De riem en de schijf kunnen hierdoor flink beschadigd raken. Ook de machine die door de tandriem wordt aangedreven kan schade oplopen.
Je moet de riem ook niet te strak spannen. Een te hoge riemspanning vermindert de levensduur van de
tandriem, de tandriemschijf, de assen en de lagers.