Oost en west begrepen na de Cubacrisis dat het tijd werd voor betere communicatie en echte wapenonderhandelingen. Vanaf 1967 begonnen bespreking tussen VS en Sovjet-Unie over beperking van de aantallen zware atoomraketten. Ook werd men het eens op een beperking van antiraketsystemen, dit om te voorkomen dat één van beide partijen zich hiermee veilig zou kunnen voelen om een aanval te beginnen. Deze SALT-1-besprekingen leidden in 1972 tot een akkoord dat door beide presidenten Nixon en Brezjnew werd ondertekend. Tijdens deze periode van Detente (ontspanning) werden de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie dus beter. Maar dat betekende niet dat de grenzen open gingen. Het IJzeren Gordijn bleef potdicht. Dat bleek toen in Tsjecho-Slowakije een nieuwe regering optrad die de bevolking wat meer vrijheid wilde geven: "socialisme met een menselijk gezicht". De plannen hielden in dat Tsjecho-Slowakije veel meer een eigen politieke koers ging varen binnen het Warschaupact. De Tsjecho-Slowaakse bevolking reageerde enthousiast. Velen waren nog niet vergeten hoe de Sovjet-Unie hen 20 jaar eerder had gedwongen een communistische regering te accepteren. In Praag moesten de Sovjettroepen zich terugtrekken vanwege de vele vijandige demonstraties. De Sovjetregering was bang voor een breuk in zijn bufferzone van satellietstaten en liet de nieuwe leider Dubcek in Moskou op het matje komen om duidelijk te maken dat de nieuwe koers niet zou worden geaccepteerd. In de volgende maanden werd de Praagse Lente van 1968 hardhandig de kop ingedrukt, nadat de Sovjetleiding zich ervan had verzekerd dat er geen militaire reactie uit het westen zou volgen. 600 tanks rolden Praag binnen, een half miljoen soldaten van vier 'bevriende' Warschaupactlanden bezetten het land. De regering werd gedwongen om alle hervormingen terug te draaien. Uit protest staken enkele tientallen Tsjechen zichzelf in brand. Het droevige einde van de Praagse Lente maakte dus wel duidelijk dat de ontspanning van deze jaren maar betrekkelijk was.
Begin jaren 1980 regeerde president Reagan de VS. Zijn regering volgde een stevige anticommunistische koers en nam een nieuw initiatief in de wapenwedloop: de ontwikkeling van een ruimteschild tegen een eventuele atoomaanval met zware raketten. Dit SDI-project (Strategic Defense Initiative) was bedoeld om druk uit te oefenen op de Sovjet-Unie in de wapenbesprekingen. De Russische economie zou volgens de VS te zwak zijn om mee te gaan in deze nieuwe stap in de wapenwedloop. Tegelijk ontstond in het westen steeds meer weerstand onder de bevolking tegen de eindeloze wapenwedloop, waarin steeds weer nieuwe stappen werd ondernomen. In Nederland werden in de jaren '80 grote demonstraties tegen kernbewapening georganiseerd, vooral toen de NAVO wilde besluiten om kernraketten op Nederlandse bodem te plaatsen. Deze raketten werden uiteindelijk overbodig doordat de VS en de Sovjet-Unie in 1987 een verdrag sloten om dit type kernraketten voor de middellange afstand te vernietigen. Dat verdrag werd namens de Sovjet-Unie ondertekend door de nieuwe president Michael Gorbatsjov, die een einde zou helpen maken aan de Koude Oorlog.
Michael Gorbatsjov begon vanaf 1986 in de Sovjet-Unie aan een plan om het communisme ingrijpend te hervormen. Dat was ook hard nodig, want economisch was de planeconomie een grote mislukking en de wapenwedloop slokte enorm veel inkomsten op. De communistische partij was niet in staat om vernieuwing te brengen. Op alle gebieden werd de achterstand op het westen steeds groter. Gorbatsjov greep nu hard in. Zijn grote veranderingen werden aangeduid met de begrippen Glasnost (hervorming) en Perestrojka (openheid). De strenge censuur werd losgelaten en er mocht openlijk worden gediscussieerd over meer vrijheid in de maatschappij en de overgang naar een vrijere economie.
Ook wat betreft de Koude Oorlog begon Gorbatsjov een nieuwe aanpak. Hij stapte in 1988 af van de Brezjnev-doctrine van zijn voorganger, die inhield dat Moskou bepaalde welke politieke en economische koers de satellietstaten moesten volgen. Voortaan mochten alle Oostblokregeringen zelf gaan bepalen in hoeverre ze nog wilden vasthouden aan een planeconomie, en of ze hun bevolking meer vrijheden wilden geven. De Sovjet-Unie zou niet langer dreigen met ingrijpen als zij afstand namen van het communisme, zoals eerder in Hongarije en Tsjecho-Slowakije was gebeurd.
Deze nieuwe koers van Gorbatsjov leidde al snel tot democratische hervormingen in de landen van het Warschaupact, Polen en Hongarije voorop. Hongarije stelde zijn grenzen naar het westen open. Veel inwoners van de DDR maakten gebruik van dit gat in het IJzeren Gordijn om via Hongarije naar het westen te reizen. In de DDR ontstond grote onzekerheid bij de communistische regering, nu de steun van Moskou wegviel. De bevolking greep het 50-jarige bestaan van de DDR aan om grote demonstraties voor vrijheid en democratisering te organiseren: "Wir sind das Volk". Zo vond op 9 november totaal onverwacht 1989 de val van Berlijnse Muur plaats, en wat niemand voor mogelijk had gehouden gebeurde: een jaar later was Duitsland herenigd.
Het Oostblok hield op te bestaan nu het IJzeren Gordijn openging. Nadat Gorbatsjov was afgezet kwam er in 1991 een einde aan het communistisch bewind in de Sovjet-Unie. Dit betekende het definitieve einde van de Koude Oorlog. Plotseling kreeg de Europese samenwerking nieuwe kansen, nu zoveel ex-satellietstaten klaarstonden om zich aan te sluiten bij het democratische, kapitalistische westen.