Nu kwam er een periode waarin er rust leek te komen in de tegenstellingen. De Bondsrepubliek Duitsland (BRD) was lid van de NAVO. De Oost-Duitse Deutsche Demokratische Repubik DDR sloot zich aan bij het Warschaupact. Zo leek de Oost-Westverhouding in Europa vastgelegd. Als beide blokken zich hierbij konden neerleggen, was er in elk geval geen direct oorlogsgevaar en wellicht ruimte voor toenadering en overleg.
De eerste test voor de stabiliteit was de Hongaarse Opstand in 1956. Een protestdemonstratie liep uit op een opstand tegen de communistische regering, die naar Moskou vluchtte. Hongarije kreeg een nieuwe regering die meer westers gezind was. Maar de Sovjet-Unie accepteerde deze ommezwaai niet en stuurde 17 zwaar bewapende legereenheden naar Boedapest. De opstandige Hongaren vochten terug met molotowcocktails en vroegen via de radio wanhopig om hulp uit het bevriende Westen. Maar nu bleek dat het Westen niet bereid was tot militaire interventie. In het westen kwamen overal protesten en werd hulp voor vluchtelingen georganiseerd, maar de NAVO wilde geen oorlog riskeren om een staat die duidelijk in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie lag. Het westen accepteerde dat Hongarije weer in handen kwam van een strenge communistische regering.
In 1953 overleed Stalin. De nieuwe Sovjetleider Chroesjtsjov nam afstand van zijn voorganger en streefde vreedzame co-existentie: Oost en West moeten elkaars bestaan wederzijds accepteren zijn zonder met oorlog te dreigen. De nieuwe leider bracht zelfs een bezoek aan de VS. Maar nadat ook de VS een nieuwe leider had gekregen, de charismatische president Kennedy, ontstond er nieuwe dreiging. In 1961 brak er weer een crisis uit over Berlijn. Deze gedeelde stad lag middenin de DDR. West-Berlijn was daardoor een westerse enclave die in 1948 al eens bedreigd was door een blokkade. Nu de West-Duitse welvaart weer snel opbloeide, werd dit ook zichtbaar in West-Berlijn. Daar waren banen, daar was alles weer te koop, terwijl in het oostelijk stadsdeel en de DDR de planeconomie alleen maar algemene armoede in stand hield. Veel Oost-Berlijnse DDR-burgers werden dan ook sterk aangetrokken door de vrijheid en welvaart het westen en 'stemden met hun voeten': ze verhuisden met honderden per dag naar West-Berlijn. Hierdoor dreigde een leegloop van juist het jonge en goed opgeleide deel van de Oost-Duitse bevolking naar het Westen. Dit was voor de DDR en de Sovjet-Unie niet langer acceptabel. De Sovjet-Unie bestuurde Oost-Berlijn nog steeds, en nu stelde Chroesjtsjov in 1958 voor het stadsdeel over te dragen aan de DDR, met instemming van het westen. De westerse mogendheden weigerden dit, ze wilden de DDR niet erkennen. Wel werden er gesprekken gevoerd waarin het westen duidelijk maakte, niet uit te zijn op een oorlog om Berlijn. Toen in 1961 de nieuwe, jonge Kennedy president van de VS werd, durfde Chroesjtsjov het aan om het westen voor het blok te zetten. De DDR-regering kreeg zijn toestemming om in augustus 1961 een muur dwars door Berlijn te bouwen om weglopen naar het Westen te voorkomen. De bouw had dramatische gevolgen. Wanhopige Berlijners probeerden nog over en onder de Muur door te vluchten en werden hierbij beschoten door grenspolitie. Opgeven van West-Berlijn zou een ernstige breuk betekenen in het verbond van westerse staten. Kennedy verklaarde later, toen hij er op bezoek was, dat hij West-Berlijn als symbool van westerse vrijheid nooit zou opgeven: "Ich bin ein Berliner". Tegelijk was duidelijk dat het westen ook nu geen oorlog wilde riskeren om de bouw ongedaan te maken. De Muur bleef staan en werd het bekendste symbool van de onvrijheid in het communistische machtsblok, en van de Koude Oorlog.
Zowel de NAVO als het Warschaupact beschikten over steeds meer nucleaire raketten. Een deel van de NAVO-raketten stond opgesteld in de NAVO-landen Turkije en Italiƫ, vlakbij de grenzen van het Warschaupact. Chroesjtsjov besloot in 1962 om ook raketten te plaatsen vlakbij de VS, op het bevriende communistische eiland Cuba. Dit leidde tot een gevaarlijke crisis. Kennedy besloot een zeeblokkade in te stellen om Cuba af te sluiten en te voorkomen dat Sovjetschepen met kernkoppen het eiland konden bereiken. Die schepen waren al dichtbij, begeleid door een onderzeeƫr met atoombewapening, en een confrontatie leek onvermijdelijk. Na koortsachtig overleg wisten de beide leiders Kennedy en Chroesjtsjov tot overeenstemming te komen: beide landen zouden hun kernwapens weghalen uit de grensgebieden. De Sovjet-Unie liet de schepen met kernkoppen omkeren en een nucleair conflict was op het nippertje voorkomen. Beide landen besloten naar aanleiding van de Cubacrisis een directe telefoonverbinding in te stellen, de hot line, om dit soort crises voortaan beter het hoofd te kunnen bieden.
De Cubacrisis van 1962 was ongetwijfeld het gevaarlijkste moment in de Koude Oorlog. De spanningen in de westerse samenleving liepen hoog op: er werden schuilkelders gebouwd en regeringen begonnen hun bevolking voor te bereiden op overleven tijdens een atoomoorlog. Maar iedereen besefte dat er meer moest gebeuren om een wereldramp af te wenden, nu oost en west samen genoeg atoomwapens bezaten om de hele wereld te vernietigen.