Wat weet je nu? Deel 1
Sleep het signaalwoord naar het juiste verband: tijd-volgorde, opsomming, tegenstelling, vergelijking, oorzaak-gevolg. Lukt het je om alle signaalwoorden op de juiste plek te zetten?
Wat weet je nu? Deel 2
Sleep het signaalwoord naar het juiste verband: doel-middel, voorwaarde, reden-verklaring, voorbeeld-toelichting, samenvatting-conclusie. Lukt het je om alle signaalwoorden op de juiste plek te zetten?