Opdracht 2: Objectief en Subjectief waarnemen

Opdracht 2:  subjectief of objectief?  (10 minuten)

Al snel proberen we het gedrag van dieren te beschrijven zoals we ons eigen gedrag zouden beschrijven. Hierbij houden we ons niet altjd aan de feiten. Waarschijnlijk heb je dat in je video ook niet altijd gedaan. Bijvoorbeeld wanneer je gezegd hebt dat de vogel 'opgewonden' is of 'boos', of 'verliefd. Wij kunnen helemaal niet in de gedachten of emoties van dieren kijken. We kunnen ook niet met zekerheid zeggen of ze die hebben. Dit soort beschrijvingen van gedrag noemen we antropomorf.

Wat we wel kunnen zeggen is wat het dier precies doet. Bijvoorbeeld met zijn vleugels fladderen, met zijn nek heen en weer schudden of een takje oppikken. Dit zijn de feiten en kunnen door niemand ontkend worden. Wanneer je het gedrag van dieren objectief beschrijft kun je het gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek.

Doen
Klik op de padlet een filmpje aan van een ander groepje.  Luister goed en schrijf 3 objectieve en 3 subjectieve (deel)zinnen op. Laat dit controleren door een docent. Zolang de docent nog niet bij je is kun je vast verder met de volgende opdracht. Geef je feedback ook aan het groepje waarvan je de video hebt bekeken.