hoofdstuk 4

Hoofdstuk 4, Werk, stress, levenscrisis, menopauze; life-events

Inleiding

In dit hoofdstuk hebben we ten eerste de definities van de onderwerpen beschreven, hierbij hebben we direct alle life-events benoemd. Omdat een life-event altijd een mijlpaal of een keerpunt is met psychische effecten, zowel positief als negatief, leek het ons goed om dit te beschrijven. Over de onderwerpen zijn meerdere theorieën beschreven, we hebben een aantal bekeken en deze uitgewerkt.

Definities

Stress: is een evenwichtsverstoring tussen eisen die aan mensen gesteld worden en de mogelijkheden om daaraan het hoofd te bieden. Als de draaglast groter is als de draagkracht ervaren we stress. Als we er niet in slagen de situatie meester te worden, geeft dat problemen die zich zowel geestelijk als lichamelijk kunnen uiten.

Menopauze: De meeste westerse vrouwen krijgen hun laatste menstruatie tussen hun 40e en hun 60e jaar. De gemiddelde leeftijd is 51 jaar. De laatste menstruatie wordt ook wel de menopauze genoemd. Voor en na de menopauze is er een periode van enkele jaren waarin de hormonen een nieuw evenwicht zoeken. Deze periode wordt de overgang genoemd; de duur ervan is voor iedere vrouw verschillend. De overgangsjaren zijn ook de levensfase waarin andere belangrijke veranderingen plaatsvinden: de kinderen worden zelfstandig, oude ouders vragen meer zorg en aandacht en vaak zijn er ook vragen over werk en carrière.

Werk:  Er zijn mensen die hun werk alleen doen omdat het geld oplevert. De meeste mensen houden dat echter slechts korte tijd vol. Mensen zien werk als kansen tot zelfontplooiing, het levert contacten op en het zorgt ervoor dat mensen zich niet al te zeer vervelen of in criminaliteit vervallen. Door snelle technische veranderingen en ontwikkelingen zien we dat mensen minder lang op eenzelfde plek werken als vroeger. Mensen moeten door om- en bijscholing meer in staat zijn om van baan te wisselen.

Levenscrises:  In het leven van elk mens komen crises voor.  Het zijn gebeurtenissen die veel impact op mensen kunnen hebben zowel met positieve als negatieve effecten. Van onderstaande gebeurtenissen is bekend dat zij psychische en lichamelijke effecten kunnen veroorzaken: het overlijden van man/vrouw, scheiding, door van een familielid dichtbij, ongeval of ziekte, trouwen, kinderen krijgen, ontslag werk, pensioen (Rooijendijk, Dijt, Wijers &van Delft, 2011).

Psychische effecten

Alle bovengenoemde items kunnen invloed hebben op het lichamelijke en geestelijk welbevinden. Om even kort bij de lichamelijke klachten stil te staan die kunnen ontstaan bij het doormaken van life-events deze zijn: hoofdpijn, vermoeidheid, slapeloosheid, hoge bloeddruk, maag- en darmklachten, nek- en schouderklachten en pijn in de spieren.

De psychische effecten die kunnen ontstaan bij het meemaken van life-events zijn:

Het zal duidelijk zijn dat dit de negatieve effecten zijn die op kunnen treden bij life-events. In welke mate deze effecten optreden is afhankelijk van de persoon, hoe deze in het leven staat en hoe deze met  life-events om kan gaan.

Theorieën

Holisme:  Deze visie beschouwt de mens als een psychosociale-somatische eenheid. Dat wil zeggen dat men weliswaar drie aspecten kan onderscheiden (geestelijk, sociaal en lichamelijk), maar dat deze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en elkaar voortdurend beïnvloeden. Uitgangspunt is dat ieder mens uniek is en een eigen behoefte patroon heeft dat in tijd kan variëren. Life-events kunnen veel impact hebben op mensen. De holistische visie op zorg aan deze mensen bestaat op het afstemmen van zorg op elk individu afzonderlijk zodat er een samenhang aan zorgverlening ontstaat.

Medisch model: Het is medisch model is ontstaan in de 17e eeuw en vooral gericht op het menselijk lichaam en ziekten. Door op deze manier te kijken wordt vaak de ‘eigenaar’ van de ziekte niet gezien. Veel mensen vinden dat er in de gezondheidszorg te weinig aandacht besteedt wordt aan de psychosociale oorzaken en gevolgen van de aandoening, ze voelen zich als een nummertje. Welbevinden van de psyche is in dit model van ondergeschikt belang (informatie.blogspot.nl, 27 april 2012).

Leertheorie van Erikson: De Deens-Amerikaanse psycholoog Erik Erikson (1902-1994) zag onze psychische ontwikkeling als een levenslang proces. Volgens zijn inmiddels klassieke theorie moeten we in de loop van ons leven acht levensvaardigheden leren om goed te functioneren. Erikson ging ervan uit dat we deze vaardigheden in bepaalde levensfasen opdoen; gebeurt dat niet of onvoldoende dan is het mogelijk dat we ze later in ons leven alsnog gaan missen en pas dan onder de knie krijgen; vertrouwen (hoop) 0 – 1,5 jaar / autonomie (wil) 1,5 – 3 jaar /initiatief (doelgericht) 3 – 6 jaar / competentie 6 jaar – puberteit /identiteit (trouw) adolescentie / intimiteit (liefde) jongvolwassenen / productiviteit (zorg) middelbare leeftijd / tevredenheid (wijsheid) ouderdom (psychologiemagazine.nl, z.d.)

Erikson heeft in zijn theorie uitgewerkt dat de relatie met ouders, maatschappij en leeftijdgenoten een belangrijke rol speelt in het ontwikkelen van bovengenoemde levensvaardigheden. Iedere (leeftijds)fase in het psychosociale ontwikkeling van de mens wordt gekenmerkt door een conflict. Dit conflict moet op positieve wijze zijn opgelost voordat het individu door kan naar de volgende fase. Conflict staat voor levenstaak die een persoon moet volbrengen eer hij toe is aan een volgende taak. Elke fase bestaat uit 2 tegenstellingen die in het gunstigste geval uitmondt in een ‘vitale sterkte’. In het ongunstigste geval stagneert de persoonlijkheidsontwikkeling waarbij de persoon in de fase blijft  steken, het conflict wordt niet uitgewerkt (mens-en-samenleving.infonu.nl,z.d.).

De theorie van Erikson kan verklaren hoe het komt dat mensen op verschillende wijze om gaan met life-events: niet iedereen doorloopt elke fase met succes. Dit beïnvloed het denken en doen van mensen.

Kortom: Life-events hebben lichamelijke en geestelijke effecten, zowel positieve als negatieve. Life-events kunnen op elke leeftijd voorkomen; de manier waarop er mee om gegaan wordt hangt af van levensvaardigheden en bewustzijn van het feit dat lichaam en geest één zijn.