God sluit ook een verbond met Abram. Hoe dit gebeurt lees je in Genesis 15.
Abram wil bewijs van God dat Hij zich aan Zijn afspraak houdt. Abram wil dat God zijn “handtekening” zet onder zijn afspraak. Hoe God dit doet lezen we in Genesis 15:9, 17-21
9 Toen zei de Heer: ‘Haal een koe, een geit, een schaap en twee duiven.’ 10 Abram haalde die dieren en sneed ze doormidden, behalve de duiven. De helften van elk dier legde hij tegenover elkaar.
17 Toen de zon onder was, zag Abram in zijn droom opeens een oven. Er kwam rook uit. Er was ook vuur, en dat vuur ging tussen de dode dieren door, die daar nog lagen. 18 Toen deed de Heer een belofte aan Abram. Hij zei: ‘Dit Land zal ik aan jouw nakomelingen geven. Het hele gebied van de rivier de Nijl tot de rivier de Eufraat is voor hen. 19-21 Dat is het gebied waar nu de Kanaänieten en andere volken wonen.’
Achter deze tekst gaat een heel oud ritueel schuil dat gebruikt werd om een verbond te bekrachtigen. Degene die een belofte had gedaan, identificeerde zich met het doormidden gesneden offerdier: als hij zich niet aan zijn belofte zou houden, zou hem hetzelfde lot overkomen als het offerdier.
Tegenwoordig zetten mensen netjes een handtekening onder een contract. Vroeger deden ze dit op een andere manier. Ze sneden de dieren doormidden. Het pad was besmeurd met bloed. En vervolgens moesten beide partijen tussen de halve dieren door lopen. Met degene die zich niet aan de afspraak houdt, gebeurt hetzelfde als met de dieren.