Tekst 3

Buitengaats pionieren met miljarden

 

Het tot dusver grootste offshore windpark van Nederland werd maandag 8 mei 2017 geopend. De 150 turbines van ‘Gemini’ staan in zee, 55 kilometer boven Ameland en Schiermonnikoog. Een miljardenproject dat een enorme – maar peperdure – doorbraak is voor de energiewinning.

 

De allergrootste

Gemini brengt Nederland weer een stap dichter bij de afspraken uit het klimaatakkoord, om in 2020 14 procent duurzame energie te produceren. Volgens de bouwers neemt dankzij het Geminipark de Nederlandse uitstoot van CO2 in een klap met 1,25 miljoen ton per jaar af. ‘De eerste resultaten zijn boven verwachting,’ zegt Gemini-CEO Matthias Haag. ‘De laatste van de 150 turbines werd afgelopen zomer geplaatst en ze leverden al een kwart miljard euro aan stroom op.’ Nergens binnen de Nederlandse grenzen is een windturbinepark te vinden dat zóveel elektriciteit opwekt. De 150 turbines van Gemini, die 88,5 meter boven het zeewater uittorenen, produceren samen voor 785.000 huishoudens stroom. Andere turbineparken kunnen niet tippen aan de verwachte stroomproductie. Er valt nog wel een boom op te zetten over de vraag of Gemini eigenlijk wel één windpark is, want op de kaart zijn twee gelijke, losse delen van 75 turbines te zien. Vandaar ook die naam: Gemini, wat staat voor ‘tweeling’. Zo bekeken, levert één van de broertjes minder energie dan bijvoorbeeld windpark Wieringermeer. Maar formeel telt Gemini als Siamese tweeling, één geheel. De titel ‘grootste’ claimen, dat mag dus. Toch zal het project met die titel slechts enkele jaren kunnen pronken. Want rond 2020 verrijzen er al soortgelijke windgiganten in zee, te beginnen met twee windparken naast Zeeland, 22 kilometer uit de kust bij Walcheren. Deze kunnen elk één miljoen huishoudens van stroom voorzien.

 

2,8 miljard

Vier partners hebben hun krachten gebundeld in het 2,8 miljard euro kostende Geminiproject: het Canadese duurzame-energiebedrijf Northland Power (een belang van 60 procent), windturbinebouwer Siemens (20 procent), de maritiem aannemer Van Oord (10 procent) en het afval-, grondstoffen- en energiebedrijf HVC (10 procent). Er moest 2,8 miljard euro op tafel komen voor de realisatie van het windpark. De oprichters van Gemini betalen dat niet zomaar even uit eigen zak. Ze legden samen wel ongeveer 400 miljoen neer, de rest leenden ze. Allerlei internationale banken deden een duit in het zakje, net als de Europese Investeringsbank, die bewust speurt naar ‘groene’ projecten om geld in te pompen. Die banken namen louter het project financieel de maat, niet de aanvragers.

Het windpark kan verder, zoals gebruikelijk, rekenen op subsidie van de Nederlandse overheid: maximaal 4,4 miljard euro subsidie ligt in Den Haag klaar. Dat geld is bedoeld als steun, zodat het groene energieproject kan opboksen tegen goedkopere vormen van energieproductie, met kolen- en gascentrales bijvoorbeeld.

 

Alweer achterhaald

Niet alleen in grootte, ook op andere vlakken is Gemini in zekere zin alweer achterhaald. De prijs van zeewindstroom is in korte tijd namelijk spectaculair gedaald. Geministroom kost zo’n 17 cent per kilowattuur, maar in december werd bekend dat een consortium van Shell, Van Oord, Eneco en Mitsubishi/DGE de Zeeuwse kavels Borssele III en IV (680 megawatt) gaat bouwen voor 5,45 cent per kilowattuur, met zo’n 300 miljoen subsidie. Boven Duitsland verrijzen straks zelfs de eerste subsidieloze windparken. ‘Mij wordt ook wel gevraagd: waarom is jullie park zo duur?’ zegt Matthias Haag van Gemini. ‘Wij begonnen in een heel andere tijd, onder totaal andere voorwaarden en toen waren wij de goedkoopste bieder. Het was pionieren. Ik denk dat wij een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de prijsdaling van wind op zee.’ Ver uit de kust is aanleg en onderhoud bovendien duurder. Neemt niet weg dat de kostenreductie sinds Gemini razendsnel is gegaan, zegt Ernst van Zuijlen. Met name turbines zijn snel groter en beter geworden. Dat scheelt ook flink in installatie en onderhoud, waar bovendien steeds meer ervaring mee is.

 

Leerschool

Aanvankelijk was er veel scepsis. Zo’n groot park, zo ver uit de kust? Zelfs toen het Energieakkoord in 2013 werd gesloten, werd wind op zee nog gezien als een prijzig ‘moetje’, om maar tot 16 procent duurzaam opgewekte energie in 2023 te komen. ‘Gemini is een brevet van doorzettingsvermogen,’ zegt directeur Ernst van Zuijlen van TKI Wind op zee, een kennisconsortium rond offshore windparken.

Ook voor Van Oord was Gemini een leerschool. De internationale waterbouwer was verantwoordelijk voor de aanleg: de fundaties, de bekabeling en de plaatsing van turbines. ‘We hebben tijdens dit project zo veel geleerd en geïnnoveerd,’ zegt CEO Pieter van Oord. Zo beleefden twee nieuwe, geavanceerde schepen uit de vloot van Van Oord, installatieschip Aeolus en kabelleger Nexus, boven de Wadden hun lakmoesproef. Ook op het gebied van planning en personeel heeft de wind-op-zeedivisie zich dankzij Gemini verder gespecialiseerd. Van Oord gaat nu tevens Borssele III en IV aanleggen. Mede dankzij Gemini is de wind-op-zee-industrie volwassen geworden, zegt Van Oord. ‘Zonder Gemini hadden wij Borssele nooit zo goedkoop kunnen bouwen.’

 

Monteurs met zeebenen

Er is sprake van een verschuiving in de energiesector. Terwijl de offshore olie- en gasbranche het moeilijk heeft, neemt de vraag naar personeel in de windenergiesector toe. In de Noord-Groningse Eemshaven, de uitvalsbasis voor aanleg en onderhoud van het Gemini-windpark, rekenen ze op termijn op duizend extra banen in de offshore windindustrie, onder meer voor monteurs die het onderhoud aan alle nieuwe zeewindmolens moeten gaan plegen.

‘Het is net als bij een auto. Je moet van tijd tot tijd onderdelen smeren en bouten aandraaien. En als er iets kapotgaat, moet je dat zo snel mogelijk repareren,’ zo licht David Molenaar, directeur windenergie van Siemens Nederland toe. Technisch zijn de turbines op zee vergelijkbaar met die op land, maar door de omstandigheden (het zoute zeewater, gemiddeld windkracht 5) vergen ze veel meer onderhoud.

‘Geen last van hoogtevrees, claustrofobie en zeeziekte’ zijn enkele belangrijke vereisten voor kandidaten die willen solliciteren op de functie van offshore servicemonteur windturbines die Siemens onlangs uitzette. Het bedrijf zoekt monteurs met een basisopleiding op mbo 3-niveau in hydraulica, mechanica en elektrotechniek. Nee, doorsnee is de vacature zeker niet, erkent Molenaar. ‘Bij andere banen fiets je met een broodtrommel onder je snelbinders naar je werk. Als offshore-onderhoudsmonteur ben je twee weken op zee. En niet alleen met een zonnetje en een strakblauwe lucht; je moet wel zeebenen hebben.’ Daar staat tegenover dat het werk financieel zeer aantrekkelijk is, vanwege de toeslagen voor werken op zee in een regime van twee weken op, twee weken af. ‘Maar het heeft dan ook behoorlijke gevolgen voor je privéleven,’ aldus de directeur. Hij is dan ook aangenaam verrast door de hoeveelheid reacties op de vacatures. ‘De eerste zeven contracten zijn al getekend.’

 

Opleiding

Even verderop, in Delfzijl, probeert ROC Noorderpoort ook op deze ontwikkeling in te spelen. Vanaf augustus kunnen studenten van de brede mbo 4-opleiding tot allround operationeel technicus een keuzemodule windenenergietechniek volgen, bij goed gevolg resulterend in een certificaat. Noorderpoort kreeg een subsidie van 275 duizend euro van de provincie Groningen voor het ontwikkelen van de module.

In het nieuwe opleidingsdeel wordt behalve aan de specifieke windturbinetechniek veel aandacht besteed aan veiligheid, aldus Rudy Langen, teammanager Energy & Maritime. ‘Bijvoorbeeld het zekeren, abseilen en handelen in noodsituaties.’ Een aantal studenten is al enthousiast, zoals Mike (17) uit Tjuchum. ‘Het lijkt me een mooi avontuur. In een energiecentrale is elke dag hetzelfde. Zeker nu ik nog jong ben, zie ik een uitdaging op zee wel zitten. Wellicht zijn er dit jaar al offshore stages,’ zegt hij opgewonden. ‘Maar zolang ik nog geen 18 ben, kan dat alleen onder begeleiding.’ Nicole (18) uit Losdorp, de enige vrouw in de opleiding, twijfelt. ‘De techniek is interessant, maar ik zou het toch wel fijn vinden ‘s avonds gewoon naar huis te gaan.’

 

Aantal woorden: 1263

 

Bron: www.vk.nl, www.trouw.nl.