Bij elke tekst staat het aantal woorden onderaan de tekst. Je zet een stopwatch aan en neemt de tijd op die je nodig hebt om de tekst te lezen. Na afloop deel je het aantal woorden door het aantal seconden dat je hebt gelezen. Zo weet je hoeveel woorden per seconde je leest. Doe dat na elke tekst en je ziet hoeveel je vooruit gaat.
Na elke tekst maak je de oefenvragen. Daarmee test je of je ook hebt opgenomen wat je hebt gelezen. Minstens zo belangrijk!