Voorkennis

Voor deze lesstof wordt de volgende voorkennis van je verwacht:

 

 

Weet je alles nog? Ga dan door naar de Lesstof: Atoommassa's. Zo niet, neem dan onderstaande theorie nog een keer door.

Wat is het periodiek systeem en wat zijn chemische symbolen?

 

Wat is een molecuul?

Een molecuul is opgebouwd uit atomen. Voor elke stof is het aantal atomen in een molecuul verschillend. Hoeveel atomen van welke soort in een molecuul zitten, zie je aan de molecuulformule.  Hieronder zie je een voorbeeld van de stof koolstofdioxide.

Wat betekenen de cijfers in de molecuulformule?

De molecuulformule van koolstofdioxide is CO2. Een molecuul koolstofdioxide bestaat dus uit 1 koolstofatoom en 2 zuurstofatomen. Het getal 2 is de index.​​ Als voor de molecuulformule een getal staat, noemen we dit getal de coëfficiënt. De coëfficiënt geeft aan hoeveel moleculen van een bepaalde soort aanwezig zijn. 3 CO2 betekent dus dat er 3 koolstofdioxide-moleculen aanwezig zijn.

 

 

 

Hieronder kun je checken of je de theorie begrijpt: