Bij de “P” van productof productbeleid draait het allemaal om het goed of de dienst die de behoefte van de klant vervult. Het gaat daarbij niet alleen om het product zelf, maar ook over de eigenschappen van het product. Denk hierbij aan de merknaam, verpakking, het imago en de service.
Afhankelijk van het soort product kunnen vele andere vragen worden gesteld. Zo denkt een bedrijf als Samsung na over technologie bij de ontwikkeling van hun producten: “Laten wij onze telefoons op de technologie van Windows of Android draaien?” En Starbucks zal zeker nadenken over maten: “Schenken we onze koffie in bekers van 250 ml, 400 ml of allebei?”*
1. Voer de onderstaande opdrachten uit en verwerk deze in verslagvorm.
Beschrijf/laat zien wat het product of dienst is die dit bedrijf produceert of levert.
Vertel over de materiële eigenschappen van het product (de eigenschappen die je kunt meten, waarvan is het gemaakt)
Vertel over de immateriële eigenschappen van het product (het gevoel wat de klant heeft bijv. merknaam, service, verpakking)
Vertel iets over service van het bedrijf. Is service belangrijk? Op welke manieren wordt er service geleverd?
Vertel iets over de merknaam. Hoe bekend is het? Hoe staat het merk bekend (goedkoop of duur, lage of hoge kwaliteit, )
Hoe zit het met de concurrentie? Beschrijf wie de concurrenten zijn en waarin dit bedrijf zich onderscheid van hun concurrent(en).