Opdracht 4

Bij deze opdracht ga je meer leren over het strijken van de was. Hieronder staat een stukje theorie die je nu eerst gaat lezen. Want waarom strijken we de was?


Na het wassen en drogen kan het wasgoed gekreukt zijn. Met een strijkijzer maak je alles weer glad. Niet al het schone wasgoed hoeft gestreken te worden.Daarom sorteer je textiel in vouwgoed en strijkgoed. Badhanddoeken, sokken en ondergoed hoeven niet gestreken te worden, dit is vouwgoed. Een blouse of shirt dat netjes glad moet zijn, is een voorbeeld van strijkgoed. Het vouwgoed vouw je op en leg je in de kast. Het strijkgoed strijk je eerst. Met een heet strijkijzer kun je textiel ook ontsmetten. Dit kan handig zijn bij ziekte en bij eerste hulpverlening. De warmte van het strijkijzer zorgt voor het glad worden van textiel. Op het strijkijzer vind je ook een temperatuuraanduiding. Als je meerdere dingen moet strijken, begin je met de stukken die het minste warm gestreken hoeven te worden. Na het strijken vouw je alles keurig op. Goed gevouwen textiel neemt minder kastruimte in. Je hoeft niet alle textiel te strijken. Je kunt de hoeveelheid strijkgoed bepreken door het op de juiste manier te drogen. Klop het wasgoed uit voor je het ophangt en hang het strak aan de lijn.

Hier zie je nogmaals de wassymbolen die betrekking hebben op het strijken

Strijken van een overhemd https://www.youtube.com/watch?v=rdc22kXrUuk

Hoe moet je strijken?

Je gaat nu zelf aan de slag met het strijken van een overhemd, t-shirt en een spijkerbroek. Volg de juiste stappen uit het filmpje en de uitleg. De docent zal helpen waar dit nodig is en zal je voorzien van feedback. Deze feedback verwerk je ook weer in je word bestand.