Stap 1

Hans wil dus een begroting gaan maken voor de maand oktober. Hans heeft dit alleen nog nooit gedaan. Jij kunt hem hier vast prima bij helpen!  Open voor je verder gaat eerst het bestand ‘Begroting’. Je hebt dit bestand nodig om de begroting voor oktober en november te kunnen maken.

Succes!

Begroting

Hans werkt op zaterdag bij de groenteman. Hij verdient hier € 150,- per maand. Hij krijgt € 9,- zakgeld per week. Hij krijgt € 30,- kleedgeld per maand. Van zijn oma krijgt hij elke week  € 7,50.

Hans verwacht in oktober de volgende uitgaven te hebben.

Lidmaatschap sportclub € 40,- per maand
Vervoer € 20,- per maand
Mobiele telefoon € 75,- per kwartaal
Eten en drinken € 15,- per maand
Kleding € 25,- per maand
Overige uitgaven (cadeaus etc.) € 20,- per maand
Uitgaan

€ 78,- per maand

 

  1. Zet de verwachte maandinkomsten van Hans in de begroting. Denk er aan, dat je moet omrekenen!!! Een maand is meer dan 4 weken!
  2. Zet de verwachte uitgaven van Hans in de begroting voor oktober. Onderaan de begroting kun je zien of je het goed gedaan hebt.
  3. Heeft Hans een tekort of een overschot op zijn begroting?
  4. Wat kan Hans doen met het deel van de inkomsten dat hij niet uitgeeft?