Spanning

De spanning is het verschil tussen hoe erg positief de ene kant van een component is, ten opzichte van hoe erg negatief de andere kant is. In het geval van de spanningsbron is dit dus het potentiaalverschil tussen de plus-pool en de min-pool. Een andere manier van kijken naar spanning is 'hoe graag de elektronen van de ene kant, naar de andere kant willen'. Elektronen willen natuurlijk niets - maar zo kan je voorlopig spanning best onthouden.

Ook kan je spanning zien als de hoeveelheid energie één enkel elektron meeneemt van zijn reis van min naar plus.

De eenheid van spanning is de Volt (V), vernoemd naar de natuurkundige Alessandro Volta (1745-1827) en het grootheidsymbool is de hoofdletter U (van het Duitse Unterschied). Er kan dus geschreven worden:

             U = 1.5 V

             U = 9 V

De spanningsmeter

De spanning wordt gemeten met een nieuw component: De spanningsmeter. Deze wordt vaker wel de Voltmeter genoemd. Met deze Voltmeter kan je het potentiaalverschil over een component meten, maar ook de spannig over een hele schakeling. Dit laatste wordt gedaan in de tekening en het diagram hiernaast. Omdat een spanningsmeter dus altijd een verschil meet, moet de meter ook altijd aangesloten worden aan de twee punten die hij moet vergelijken. Dit is dus een parallelschakeling.

De interne weerstand van een spanningsmeter is gigantisch hoog en dus zullen elektronen nooit door een Voltmeter gaan. Als je dus ooit deze meter in serie in een schakeling zet, is de stroomkring niet gesloten en loopt er dus geen stroom.

In de afbeelding hierboven zie je behalve een verkeerd geschakelde Voltmeter, ook twee diagrammen waarbij de meter eerst het potentiaalverschil van de spanningsbron meet. Deze is 4 V. In het meest rechter diagram zie je dezelfde schakeling, maar nu meet de Volmeter de spanning over het lampje. Maar kijk eens goed? Eigenlijk meet de meter óók de spanning over de bron - immers hij is gewoon parallel over de spanningbron geschakeld. Dus op beide manier kan je de spanning van de schakeling meten.

Spanning bij serie en parallel

In de diagrammen hieronder zie je twee keer twee lampjes geschakeld aan een spanningsbron. Maar bij het linker diagram zijn de lampjes paralllel geschakeld. Hier zie je op de spanningsmeters dat beide lampjes even veel Volt te verduren krijgen.De elektronen 'willen' dus eigenlijk even graag van ene kant naar de andere kant. Links en rechts van beide lampjes zit immers ook dezelfde spanningsbron geschakeld. Of te wel:

Het rechter diagram laat de lampjes in serieschakeling zien. De totale spanning over beide lampjes is 4 V, maar de elektronen moeten dus wel door beide lampjes heen. Dit kost energie en daarom verdelen zij hun spanning over beide (gelijke) lampjes. Hierdoor wordt de spanning over een inividueel lampje de helft van de totale spanning. Of te wel: