Veiligheid

Je gaat zo je eerste chemische experiment doen.
Eerst maken we een aantal afspraken over veiligheid in het lab.

Regels in het practicumlokaal:

Uiteraard werk je netjes en ruim je na afloop je spullen op.
Ga na waar de nooddouche, de oogdouche en de brandblusser zijn.

 

 

 

O3 - individueel
Je gaat werken met een bunsenbrander. Hiernaast staat een doorsneetekening.
Bekijk het filmpje. Noteer welke stappen je moet doen om de bunsenbrander op de juiste wijze aan te zetten.

Veilig werken met de brander

 

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Etc:

Noteer ook welke stappen je moet doen om de brander op de juiste wijze weer uit te zetten.

 

Met de brander kun je drie verschillende soorten vlammen maken:
de gele vlam, de stille kleurloze vlam en de ruisende vlam met een blauwe kern.
Deze verschillende vlammen kun je krijgen door de luchtregelschijf open of dicht te draaien.
Noteer in onderstaande tabel wat de stand van de luchtregelschijf is bij welke vlam en geef ook aan waarvoor je de vlam kunt gebruiken.

 

Soort vlam Stand luchtregelschijf Toepassing
Gele vlam    
Stille kleurloze vlam    
Ruisende vlam    

 

 

Aan de slag 3: Experiment 1 - teamopdracht
Voer in je groepje experiment 1 uit.

Benodigdheden
- Vierkant papier (ongeveer 15x15 cm)
- 4 paperclips om hoeken vast te zetten
- Driepoot met gaasje
- Brander
- Lucifer
- Kraanwater

Werkwijze

  1. Vouw een bakje van papier.
  2. Klem de hoeken vast met een paperclip (zie de tekening).
  3. Zet het bakje op een driepoot met gaasje en giet er voorzichtig wat water in. Zorg dat het water ongeveer 0,5 cm hoog staat.

Wat verwacht je dat er gebeurt als je het bakje verhit?

  1. Steek de brander op de juiste manier aan en stel een stille kleurloze vlam in.
  2. Plaats de brander onder het bakje.

Vragen

  1. Wat neem je waar?
  2. Verklaar je waarnemingen.
  3. Wanneer zal het papier wel gaan branden?


Het is een teamopdracht: dus bespreek de antwoorden met elkaar.
En schrijf de antwoorden in het teamboekje.