Voerwinst

 

De voerwinst is een cruciaal cijfer in de varkenshouderij. Met dit cijfer kunnen varkenshouders zich aan elkaar spiegelen. Een belangrijk kengetal dus. Banken en financiƫle instellingen leggen vaak een groet nadruk op dit kengetal. Banken en financiƫle adviseurs leggen een grote nadruk op de voerwinst van een bedrijf. Dit is begrijpelijk, omdat de voerwinst de basis is voor het rendement van een bedrijf. Natuurlijk moeten de gezondheidsen arbeidskosten die nog na de voerwinst komen, niet worden vergeten. Soms zijn de kengetallen niet goed vergelijkbaar, denk bijvoorbeeld aan het mesten van beren.

 

De voerwinst bij de vleesvarkens wordt bepaald door de omzet (verkoop van vleesvarkens en aankoop van biggen), de voerkosten en de aanwas. U kunt niet alle bedrijven met elkaar vergelijken. Zo wordt het gemiddelde gevormd door bedrijven die droogvoer en bedrijven die brijvoer verstrekken met bijproducten. Tot het gemiddelde behoren bedrijven die beren en gelten houden, evenals bedrijven die borgen en gelten houden. Bedrijven met beren en gelten scoren hogere groeicijfers en gunstigere voerkosten per kg groei. De bedrijfsomvang speelt ook een rol. In de kengetallenspiegel zijn tabellen opgenomen, waarin de bedrijven gesorteerd zijn naar bedrijfsomvang, voersysteem en dergelijke. Bij analyseren van voerwinstcijfers is het belangrijk ook naar deze tabellen te kijken. Dit geldt bijvoorbeeld voor welzijnsconcepten, waarbij u minder dieren per oppervlakte mag houden. Dit leidt tot een lagere stalbezetting en hogere vaste lasten per varken. Deelnemers aan deze concepten krijgen echter compensatie in de vorm van extra toeslagen. Zij realiseren een hogere opbrengstprijs per kg en betere technische resultaten.

In de resultaten van de vleesvarkenshouderij lopen de resultaten van de droogvoer- en brijvoerbedrijven met bijproducten door elkaar heen. Net als bij de zeugenbedrijven is het verschil tussen de meest- en de minstverdienende bedrijven groot. De technische resultaten bepalen vooral het verschil in voerkosten per kilogram groei. De bedrijfsomvang speelt een minder grote rol. In tabel 4 is de uitsplitsing naar bedrijfsomvang gemaakt. Naast het gemiddelde staat een categorie bedrijven met gemiddeld 803 vleesvarkens en een categorie met gemiddeld 4.004 vleesvarkens. In deze laatste categorie zitten met name vleesvarkensbedrijven die brijvoer met bijproducten voeren. Zij hebben lagere voerkosten die het verschil maken. De hogere prijs die zij ontvangen per kilogram geslacht gewicht wordt tenietgedaan door een hogere biggenprijs en een lagere groei.

Voerwinst bij vleesbarkens bij verschillende bedrijfsomvang (Bron: Agrovision)
Gevoeligheidsanalyse voerwinst vleesvarkens (Bron; Agrovision)

 

Voerwinst per vierkante meter

De voerwinst per gemiddeld aanwezig vleesvarken is: de som van omzet en aanwas minus de voerkosten en deze uitkomst gedeeld door het gemiddeld aantal aanwezige vleesvarkens. Deze voerwinst is een goede graadmeter voor de capaciteiten van de varkenshouder. Het koppelt de technische resultaten aan de handelskunst van de ondernemer. Bij financieringsaanvragen is de voerwinst een belangrijk kengetal waar banken naar kijken. In de voerwinst per gemiddeld aanwezig vleesvarken is echter de bezettingsgraad niet opgenomen. Daarom biedt dit kengetal onvoldoende informatie over het rendement van de stal.

Voerwinst is graadmeter voor capaciteiten varkenshouder

In de tabel is een vergelijking gemaakt tussen een vleesvarkensstal met brijvoer en voertroggen en een vleesvarkensstal op droogvoer en brijbakken. De omzet en aanwas is in beide situaties gelijk. De voerwinst per aanwezig vleesvarken is in de brijvoerstal veertien procent hoger. Dit voordeel wordt bijna geheel tenietgedaan, doordat er minder varkens worden afgeleverd. De voerwinst per vierkante meter is daardoor slechts een fractie hoger. Oorzaak is dat de troggen in de brijvoerstal ruimte innemen, waardoor er minder dieren worden gehouden.

Voerwinst per gemiddeld aanwezig vleesvarken en per vierkante meter.