Het landelijk biggenprijzenschema geeft een richtprijs voor de praktijk.
Als basis geldt een evenredige verdeling van winst of verlies tussen fokker en mester. Hierbij is verondersteld dat de beide partijen een prijs ontvangen die gelijk is aan de kosten (incl. arbeid) en daarna, al naar de hoogte van de vleesprijs, de winst of het verlies gaan delen.
De kostprijzen voor een big en voor een kg varkensvlees zijn gebaseerd op gegevens uit de "Technische Economische Administratie Varkenshouderij 2015 (TEA). De mestkosten zijn normatief meegenomen in de kostprijsberekening omdat deze onvoldoende tot uiting kwamen in de administraties. Bij de kostprijsberekening is uitgegaan van een gezonde big van 25 kg.
De verdeling van winst of verlies vindt plaats op basis van de productiefactoren arbeid en 35% van het geïnvesteerde kapitaal (vervangingswaarde).
Als norm is genomen een tweemansbedrijf met 550 zeugen (g.a.z.) of een eenmansbedrijf met 4000 vleesvarkens gemiddeld aanwezig. Dit betekent 590 zeugenplaatsen resp. 4300 varkensplaatsen.
De berekening van de richtprijs wordt elk jaar aangepast. De laatste versie is van juni 2016. Zie volgende pagina. Dat is de versie inclusief BTW. Er bestaat ook een versie exclusief BTW.
Effecten van wijzigingen in de voerprijzen worden regelmatig berekend. De richtprijs en de maandelijkse voerprijscorrectie worden wekelijks gepubliceerd in de agrarische vakbladen en op internet. Voor week 2 van 2017 is vermeld:
Maak nu opdracht 4. Deze opdracht kan je vinden onder het kopje toepassen