Opbrengsten

Op het bedrijf komt via de bank regelmatig geld binnen, bijvoorbeeld uit de verkoop van biggen of vleesvarkens.  Deze inkomsten zijn niet gelijk aan de opbrengsten over die periode.

Wat zijn precies opbrengsten?

Op een agrarisch bedrijf heb je te maken met 3 soorten opbrengsten:


1. De waarde van verkochte producten in een boekjaar (stel 2015); hiervan heb je het geld al ontvangen gedurende 2015. Dit is het totaal wat op je lopende rekening bijgeschreven is.

2. Vorderingen en voorraden:

Vorderingen op het einde van een boekjaar.

Je hebt bijvoorbeeld de vleesvarkens op 28 dec. 2014 afgeleverd (dus in 2014 geproduceerd), maar het geld daarvoor pas op 3 jan. 2015 ontvangen. Die ontvangsten zijn dus niet in 2015 bijgeschreven.

Daarnaast is er misschien op 2 jan. 2015 geld ontvangen van vleesvarkens, die je 29 dec. 2014 geleverd zijn. Die moet je dan weer niet als opbrengst voor 2015 tellen.

Voorraden aan begin en op het einde van het boekjaar.

Bijvoorbeeld slachtrijpe varkens liggen klaar om te leveren, maar je hebt ze nog niet verkocht (dus er ook nog niets voor ontvangen).


3. De aanwas: het verschil in waarde (van de dieren) tussen begin- en eindbalans. Dit   ontstaat bijvoorbeeld bij een bedrijf in uitbreiding. Het kan ook ontstaan doordat de varkens op de beginbalans hoger getaxeerd worden dan op de eindbalans, maar dit speelt bij varkensbedrijven niet zo’n grote rol.

Voor het berekenen van de waarde van de veestapel gebruikt men normen. Die worden regelmatig gepubliceerd. En soms veranderen die.

 

Schematisch weergave voor berekening “Opbrengsten

 

(netto) Opbrengst:

Ontvangen in 2015      270.000

Aanwas:                      +   8.000

Ontv. 2 jan. 15             -    4.000

Vordering 29 dec.       +     2.400   (op 3 jan. pas ontvangen)

(netto) opbrengst:         276.000

 

In dit lespakket zal verder geen aandacht besteed worden aan punt 2) en 3).

We gaan hierna uit dat het boekhoudprogramma dit goed berekend. Ofwel we nemen aan dat het bedrijf in een evenwichtssituatie zit: er is geen sprake van verschillen in vorderingen en voorraden. En het bedrijf is ook niet in uitbreiding.

We volstaan met de opmerking dat het in de praktijk wel ontzettend belangrijk is om bij het afsluiten van het boekjaar (op 31 dec.) alle tellingen correct uit te voeren.