In de vorige les heb je een schatting gemaakt van je maandlasten, heb je onderbouwd of je een koop of huurwoning wilt en heb je een koop of huurwoning in je verslag geplaatst waar je wilt wonen.
Vandaag ga je uitzoeken of je de woning kunt betalen. Leg uit hoe je denkt aan voldoende geld te komen (realistisch haalbaar) om b.v. een woning te kunnen kopen. Denk aan een hypotheek maar er zijn ook andere mogelijkheden te bedenken.
Hierna maak je een overzicht van je vaste en varriabele lasten. Maak een duidelijk onderscheid tussen deze twee en werk dit uit in een tabel. Dit zijn alles kosten van gast, water, licht tot reiskostenen en abbonementen aan toe.
Belangrijk is dat je de keuzes inzichtelijk maakt. Denk b.v. aan je verzekering. Meestal heb je niet één maar meerdere verzekeringen. Het is belangrijk dat je in je overzicht werke verzekering je bedoelt en waarvoor je gedekt bent. Heb je het over een auto, inboedel of levensverzekering? Stel je hebt een zorg verzekering valt de de tandarts hier dan ook onder? Is alles gedekt?