Opdracht 3: Uitbreidingen van de stad

Leerdoelen:

Informatie:Afbeeldingsresultaat voor den helder kaart

Het ontstaan en de uitbreiding van de stad Den Helder

Het oudste deel van Den Helder is Huisduinen. Dit dorp is ontstaan in het begin van de 8e eeuw n. Chr. Na grote stormvloeden in de 12e eeuw werd Huisduinen een eiland, net als het zuidelijk gelegen Callantsoog. Rond 1500 ontstond het dorp Den Helder, net ten noorden van Huisduinen. Dit is ongeveer waar nu de wijk Oud-Den Helder ligt. In dit oude dorp ontstonden meerdere kerken en uiteindelijk zelfs een synagoge. Ten oosten van dit dorp was een natuurlijke baai ontstaan, waar men een haven ging bouwen. Hierdoor waren veel mensen in het dorp werkzaam in de visserij. Deze baai werd het Nieuwe Diep genoemd.

In de Franse Tijd (1795-1813) kwamen er voor het eerst uitbreidingen in het dorp. Ze begonnen met de aanleg van een marinehaven. De Stelling van Den Helder, een ring van forten rond Den Helder, werd ook gebouwd. In 1824 werd de haven door de aanleg van het Noord-Hollands Kanaal met het binnenland verbonden. Dit betekende dat Den Helder een voorhaven werd van Amsterdam. Pas na 1850 kon Den Helder tot bloei komen. De stad werd fors uitgebreid en het centrum verplaatste zich naar het gebied tussen de Rijkswerf en de Oude Helder. Er kwam een spoorverbinding met Amsterdam, er werden nieuwe kerken gebouwd, langs de grachten ontstonden volkswijken als de Visbuurt. De stad binnen de linie kreeg haar huidige omvang in de jaren 30 van de vorige eeuw. Den Helder was een welvarende stad met een druk uitgaansleven, zoals dat paste bij een havenstad, en een hoog voorzieningenniveau. De marine was een betrouwbare werkgever, wat juist in de crisistijd veel nieuwe inwoners naar Den Helder deed trekken.

Aan de bloei van Den Helder kwam een abrupt einde in 1940, toen Nederland werd bezet door nazi-Duitsland. De marinecomplexen werden door de bezetter in gebruik genomen, wat voor de Geallieerden aanleiding was de stad te bombarderen. De nachtelijke bombardementen troffen echter vaak burgerdoelen. De veiligheid van de bewoners kon niet meer worden gegarandeerd. Op 25 juni 1940 werd daarom besloten tot evacuatie. Inwoners moesten 's nachts elders onderdak vinden. Overdag ging, zeker in het begin van de evacuatie, het leven in de stad gewoon door. Maar hoe langer de evacuatie duurde, hoe meer mensen wegbleven. Grote delen van de stad raakten onbewoond. Ondertussen begon de afbraak van het oude centrum. De Duitsers hadden een vrij schootsveld nodig voor een eventuele Engelse invasie. De Atlantikwall vereiste de sloop van alle bebouwing langs de zeedijk. Niet alleen 19e-eeuwse panden langs de Kanaalgracht en de Weststraat werden afgebroken, ook de complete Oude Helder — de 18e-eeuwse binnenstad — viel ten prooi aan de slopershamer. Toen de stad in 1945 bevrijd werd, keerde maar een klein deel van de bewoners terug. Niet alleen was een deel van hen slachtoffer geworden van de oorlogshandelingen en de holocaust, ook overlevenden stelden hun terugkeer uit. Het was immers niet zeker of de marine — en dus de werkgelegenheid — na de oorlog in de gehavende stad zou terugkeren.

Na de oorlog werd al gauw besloten dat Den Helder weer de marinehaven moest worden die het voor de oorlog was geweest. De wederopbouw kon beginnen. De Oude Helder, die al langer niet meer het commerciële centrum van de stad was, werd nu een woonwijk met een eigentijdse architectuur. Elders werd de oorlogsschade zo goed mogelijk hersteld, al werden enkele belangrijke gebouwen als de Westerkerk en de synagoge niet meer herbouwd. In de jaren ‘50 werd besloten om het centrum van de stad, dat uit 19e-eeuwse straatjes bestond, te moderniseren. Hiervoor werd de spoorlijn voor een deel opgebroken, zodat het station zuidelijker kwam te liggen en er een betere verbinding tussen de verschillende wijken ontstond. Ook werd de Beatrixstraat aangelegd, een moderne stadsstraat die het nieuwe station met de Rijkswerf zou verbinden. Hiervoor werd een deel van de oorspronkelijke bebouwing opgeofferd. Nieuwe stedelijke blokken moesten het aanzien van Den Helder gaan bepalen. De stad binnen de linie was voor de oorlog al volgebouwd. Na de oorlog werden de wijken Nieuw-Den Helder en De Schooten aangelegd. Ook Julianadorp, in 1909 gesticht als boerendorp, groeide uit tot een dorp met veel nieuwbouw. Zo kreeg de gemeente Den Helder haar huidige vorm. In het begin van de 21e eeuw werd begonnen met het maken van plannen om de binnenstad van Den Helder op te knappen. Doel hiervan was om het centrum van Den Helder meer bruisend en levendiger te maken. Op veel plekken in het centrum waren door de sloop van vervallen panden gaten in de bebouwing ontstaan. Dit zorgde ervoor dat de straten niet één geheel waren. Door het opvullen van deze plekken met nieuwbouw en het vervangen van vervallen panden ontstond een aantrekkelijker centrum. Een netwerk van straten en pleintjes zorgde voor aantrekkelijke wandelroutes.

Een belangrijk onderdeel van het vernieuwde centrum is de oude Rijkswerf Willemsoord. Nadat dit gebied was gerestaureerd in de jaren ‘90 werd in de 21e eeuw het plan opgevat om er meer horeca en winkels realiseren. Dit leidde onder andere tot de bouw van een bioscoop en de nieuwe schouwburg. Tot omstreeks 2000 was het gebied in en rondom de Falgabuurt in Nieuw-Den Helder een achterstandsgebied. De buurt had te maken met drugsoverlast, werkloosheid, verloedering en criminaliteit. De overlast door de bewoners liep dermate uit de hand, dat de gemeente eind jaren 90 besloot dat het zo niet langer kon. Er werd begonnen met de sloop van veel verpauperde flats. Deze flats werden vervangen door vrijstaande woningen in een duinachtig gebied. Op 18 mei 2011 opende koningin Beatrix het nieuwe winkelcentrum aan de Marsdiepstraat. Het even verderop gelegen winkelcentrum Falga werd opgeknapt en gemoderniseerd. Rond dezelfde tijd werd begonnen met het opknappen van de Stelling van Den Helder. Er was de laatste decennia weinig aan onderhoud gedaan. De gemeente besloot om de Stelling weer zichtbaar te maken. De bunkers en remises die in de linie te vinden zijn waren compleet overgroeid met bomen en struiken. Fort Dirks Admiraal was door vandalisme en het niet plegen van onderhoud in slechte staat, vrijwilligers hebben dit samen met Stichting Stelling Den Helder opgeknapt. Heden is het gedeelte tussen Sportlaan en Middenweg weer zichtbaar als een liniedijk.