Hoe komen we aan zoet water?
Water kun je niet in een fabriek of in een laboratorium in elkaar zetten. Het water is er, als neerslag, als ijsmassa en in zeeën, rivieren, meren, plassen, vennen of beken.
Al het water dat zich aan de oppervlakte van onze planeet bevindt, noemen we oppervlaktewater.
Daarnaast kennen we grondwater. De naam zegt het al, het is water dat in de grond zit. Het is voor het grootste deel als neerslag direct of indirect in de ondergrond geïnfiltreerd. Zowel oppervlaktewater als grondwater zijn niet meteen als drinkwater te gebruiken. Oppervlaktewater kan vervuild raken, bijvoorbeeld als een fabriek zijn afvalstoffen in een rivier loost. Grondwater kan in aanraking komen met natuurlijke giftige stoffen als arseen of met bodemverontreiniging, bijvoorbeeld als een riool is gaat lekken.
Grondwater kan met grote druk uit de bodem aan de oppervlakte komen. In dat geval spreken we van een kwel en het water daarin noemen we kwelwater. Een kwel heeft vaak een bijzondere waterkwaliteit. Vooral diepe kwelstromen die eeuwenlang door de bodem hebben gestroomd, zijn zuurstof- en voedselarm en vaak kalk- en ijzerhoudend. Dit leidt tot bijzondere flora, zoals de waterviolier.