Ook de economie van Nederland werd getroffen door de wereldcrisis. De jaren '30 van de 20e eeuw werden gekenmerkt door hoge werkloosheid en veel armoede.
Werklozen kregen slechts een kleine uitkering waarmee gezinnen net konden overleven.
Twee keer per dag moesten werklozen met hun stempelboekje in de rij staan voor een stempel zodat ze niet stiekem wat konden bijverdienen.
Hendrikus Colijn was in die tijd minister-president van Nederland.
Zijn regering had afgesproken om zo min mogelijk geld uit te geven.
Ze wilden op die manier de crisis bestrijden.
Een partij die niet in de regering zat, was de socialistische partij.
Zij vonden dat de regering juist geld moest uitgeven om de economie weer te laten groeien.