Abraham Kuyper (1837 - 1920)
Ik was een gereformeerd predikant en oprichter van de eerste politieke partij in Nederland, de ARP (Anti Revolutionaire Partij).
Ik wilde met de ARP tegenwicht bieden tegen de dominante liberalen en de opkomende socialisten voor wie God nauwelijks nog een rol speelde.
Mede door mijn toedoen kreeg de Nederlandse politiek te maken met de scherpe tegenstelling tussen christelijke partijen en niet-christelijke partijen. Het geloof in God moet volgens mij uitgangspunt zijn van elk handelen, dus ook van de politiek.
Ik heb de emancipatie van de gereformeerden gestimuleerd door de oprichting van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Want ook de universiteiten werden gedomineerd door liberalen die een niet-christelijke wetenschap beoefenden.
Herman Schaepman (1844 - 1903)
Ik was de belangrijkste leider van de katholieken in de 19e eeuw. Vanaf 1880 zat ik als eerste priester in de Tweede Kamer.
Het katholieke volksdeel was eeuwenlang achtergesteld geweest en dat was te merken. Katholieken voelden zich tweederangsburgers en nauwelijks Nederlander.
Over de situatie van de arbeiders maakte ik me grote zorgen. Het marxisme was de vijand van de Kerk maar het was noodzakelijk dat de positie van katholieke arbeiders zou verbeteren. Daarom waren katholieke vakbonden belangrijk. Aan de ene kant om hun positie te verbeteren en aan de andere kant om hen te behouden voor het katholicisme.