Verlicht absolutisme

De absolute vorsten van Europa waren bang voor de Verlichtings-ideeën.
Die waren gevaarlijk voor hun macht. Maar sommige vorsten waren erg slim.
Ze pasten de Verlichtingsideeën een beetje aan. Zo kregen ze er voordeel van.

Frederik II van Pruisen was zo'n slimme vorst. Hij zei: "Ik ben een dienaar van de staat. Mijn onderdanen geven mij de macht om te regeren".
Dat klonk heel anders dan wat de absolute vorst Lodewijk XVI zei: "Ik ben de koning en God heeft mij alle macht gegeven".

Vorsten als Frederik II en Catharina de Grote worden ook wel verlichte despoten genoemd.
Ze deden alsof ze de ideeën uit de Verlichting volgden. Maar in werkelijkheid hadden ze nog steeds absolute macht.