Suriname

Suriname was een populair handelsgebied voor de Europeanen. Het gebied kreeg vaak een nieuwe eigenaar.

In de 17e eeuw bouwden de Engelsen er nederzettingen.
Ze werden verdreven door de Fransen. In 1650 heroverde Engeland het gebied. De Engelsen legden meer dan 60 suiker- en cacaoplantages aan.
Ze bleven 17 jaar lang aan de macht.

Toen veroverde een Nederlandse vloot uit Zeeland met een klein leger het gebied. Nederland sloot een verdrag met de Engelsen. Er werd afgesproken dat de Nederlanders hun bezit in Suriname konden houden. In ruil daarvoor gaf Nederland haar Amerikaanse kolonie 'Nieuw Nederland' aan Engeland. 'Nieuw Nederland' werd later New York.

In 1775 waren er 600 plantages in Suriname die vooral suiker verbouwden. Er werkten slaven uit Afrika.