Plantages

In de koloniƫn werd koffie, katoen, cacao en suikerriet verbouwd.
De vraag naar de producten steeg omdat ze populair waren en omdat de bevolking van Europa groeide.
Er werden in de koloniƫn plantages aangelegd waar de producten verbouwd werden.
Daarvoor waren steeds meer arbeidskrachten nodig.

In het begin werkten er Indianen op de plantages. Maar zij konden niet tegen de slechte behandeling en het zware werk. De Europeanen konden ook niet op de plantages werken, omdat ze niet tegen de hitte konden.
Men besloot om slaven uit Afrika te halen. Afrikanen waren sterk en konden tegen de hitte.
Slaven hadden geen rechten. Ze waren afhankelijk van hun eigenaar.
Vaak werden ze slecht behandeld. Ze woonden in slechte huizen en kregen weinig eten.