Wetenschappers en de kerk

Galileo Galilei (1564 - 1642)
Ik maakte zelf een telescoop. Door mijn waarnemingen van de planeten ontdekte ik dat Copernicus gelijk had: de zon is het middelpunt van het heelal.
De heliocentrische theorie klopt.

In mijn boek schreef ik over de beweging van de planeten rond de zon.
Dat heeft me in een hevig conflict met de Kerk gebracht.
De paus wilde dat ik als wetenschapper afstand deed van mijn ideeën.
Toen ik dat weigerde gaf hij me de rest van mijn leven huisarrest.

Paus Urbanus VIII (1568 - 1644)
Ik kende Galilei goed. Zijn idee dat de aarde rond de zon zou draaien, vond ik heel interessant.

Galilei zei: mijn theorie is waar! Andere theorieën kloppen niet. Daarmee ging Galilei in tegen de leer van de Kerk. Dat kon ik als paus niet toestaan.
Ik heb aan Galilei gevraagd om zijn ideeën te veranderen. Dat deed hij niet.

Strenge Spaanse kardinalen beoordeelden mij. De ideeën van Galilei werden door de kardinalen als heiligschennis gezien. Ik was bang voor de kardinalen.
Ik durfde het niet aan om de ideeën van Galilei toe te staan in de kerk.
Ik had graag gezien dat het anders was gelopen.