Oorlogsvoering

De manier van oorlogsvoering veranderde. Er kwamen professionele, (permanente) legers en nieuwe wapens. De permanente legers vervingen de samengeraapte huurlegers.

De legers werden groter en er was steeds meer geld voor nodig. De professionele legers konden beter strijden. Daardoor duurden oorlogen langer. Dat kostte ook meer geld.

Om sterk te staan tegen vijandige staten moest een vorst de macht centraliseren. Om zeker te zijn van inkomsten stelde hij een ambtenarenapparaat in.
De ambtenaren moesten de belasting innen.

De vorst probeerde de macht naar zich toe te trekken. Verzet tegen de centralisatie werd bestreden.