De Republiek werd vooral rijk door het monopolie (alleenrecht) op de handel in goederen.
De Republiek kon over de hele wereld veel goederen vervoeren voor weinig geld. Eerst werden Amsterdam en de omgeving van Amsterdam rijk.
Later werden Groningen en omgeving ook rijk. Dat kwam door de toename van de turfhandel.
Turf is gedroogd veen. Het werd gebruikt als brandstof.
De vraag naar turf kwam vooral uit de grote steden.
Vanaf 1628 werden de veenbieden in Oost-Groningen ontgonnen.