Verschillende kunstenaars uit de Renaissance zijn wereldberoemd geworden. De Renaissance-kunstenaars probeerden de werkelijkheid uit te beelden.
Mensen en natuur werden favoriete thema's.
In de Middeleeuwen gebruikte men tempera om mee te schilderen.
Dat bestond uit eigeel, water en pigment. Het mengen van kleuren was bijna niet mogelijk. Overgangen van licht naar donker werden gemaakt door heel veel lagen over elkaar te schilderen.
Dat kostte veel tijd.
In de Renaissance werd voor het eerst olieverf
gebruikt. Olieverf werd gemaakt van lijnolie en
pigment (kleurstof). Met olieverf kon men veel
kleuren maken.
Dat was een groot voordeel ten opzichte van tempera.