Portugese en Spaanse cartografen maakten tijdens de expedities op zee kaarten van de nieuwe kusten. Deze kaarten waren staatsgeheim. Andere zeevaarders of andere landen mochten ze niet zien. Er viel immers veel geld te verdienen in de nieuw ontdekte gebieden.
Er stonden strenge straffen op het doorgeven van kaarten.
Aan het einde van de 16e eeuw gingen ook de Nederlanders en Engelsen op expeditie.
De cartografische kennis van de Spanjaarden en Portugezen was toen geen geheim meer.