Spanjaarden die in Midden- en Zuid-Amerika aankwamen, hoorden verhalen over grote goudschatten in het rijk van de Azteken.
De Spanjaarden vonden er enorme goudvoorraden.
Spaanse kolonisten vestigden zich in Zuid-Amerika. Zij gingen de gebieden besturen.
Ook brachten ze de christelijke godsdienst en de Spaanse taal en levenswijze naar Zuid-Amerika.
Het klimaat in Midden- en Zuid-Amerika was heel geschikt voor landbouw.
Er werden grote plantages aangelegd met producten die goed te verhandelen waren. Zoals tabak, cacao, suikerriet, katoen en koffie.