Inleiding - Opkomst van een stedelijke samenleving

De steden in de late middeleeuwen maakten een nieuwe manier van leven mogelijk. Mensen in de stad werkten in de handel en in ambachten. Ze leefden onafhankelijk van een landheer.

Een stadsmens was vrijer dan een horige of een boer op het platteland. Omdat in de steden veel mensen bij elkaar woonden waren er nieuwe regels nodig. De steden kregen een eigen bestuur en rechtspraak. De adel zag de vrijheid in de steden met lede ogen aan.

De adel had minder gezag in de steden. Toch gaf de adel graag stadsrechten aan een handelsnederzetting. De adel profiteerde op die manier van de handel in de steden en kreeg zo meer belasting.