Wat is diabetes?

Diabetes (suikerziekte) is een chronische ziekte. Er zijn twee types (1 en 2). De ziekten hebben met elkaar gemeen dat de opname van glucose (bloedsuiker) door de lichaamscellen niet goed werkt. Het hormoon insuline is hiervoor nodig. Insuline maakt namelijk de celwand doorlaatbaar voor glucose. Glucose is nodig voor de cellen voor opbouw en energie. Insuline werkt eigenlijk als een sleutel; het opent de 'deuren' van de lichaamscellen zodat de glucose naar binnen kan gaan. Verder regelt insuline opslag van glucose in de lever (als glycogeen). 

Bij type 1 wordt er helemaal geen insuline aangemaakt. De oorzaak hiervoor is dat de cellen (eilandjes van Langerhans) in de alvleesklier vernietigd worden door het eigen immuunsysteem (auto-immuunziekte). Omgevings en voedingsfactoren lijken ook een rol te spelen bij het ontstaan. Ook zijn er aanwijzingen dat borstvoeding dit risico verminderd. Erfelijkheid speelt een veel kleinere rol dan bij type 2. Bij type 1 moet je altijd insuline spuiten. Insuline kan niet per tablet in worden genomen omdat het afgebroken wordt door maagzuur. Met de hoeveelheid insuline moet rekening gehouden worden met de inspanning, hoeveelheid eten en bijvoorbeeld stress.

Bij type 2 wordt er wel insuline aangemaakt. Maar door veroudering en welvaart (overgewicht) niet goed genoeg. Het lichaam is minder gevoelig voor insuline. Doordat de cellen ongevoeliger worden voor insuline (insulineresistentie), nemen de cellen minder glucose op en stijgt de bloedsuiker. De alvleesklier moet dan harder werken om aan de vraag naar meer insuline te voldoen. Hierdoor raakt de alvleesklier uitgeput en maakt nog minder insuline aan. Soms is het nodig om insuline toe te dienen, en/of tabletten, die de cellen weer gevoeliger maken voor insuline. Verder kan voeding invloed hebben, met name bij type 2. Type 2 komt tegenwoordig ook bij jonge mensen voor. Vroeger werd het ook wel ouderdomsuiker genoemd, maar dit klopt dus niet meer. Uit recent onderzoek blijkt (Diabetes Fonds, 2015) dat er in Nederland 1 miljoen mensen met diabetes type 2  zijn en er komen wekelijks 1100 bij. Er zijn een aantal risicofactoren die de kans groter maken om type 2 te onwikkelen:

Gevolgen van beide typen is een verhoging van de glucosespiegel in het bloed. Dit kan complicaties geven. Vooral als er veel schommelingen in de bloedsuiker zitten. Als dit langdurig bestaat is dit slecht voor hart-en bloedvaten en de zenuwen. Er kunnen beschadigingen aan de huid en gevoeligheid voor infecties ontstaan, want er is minder bloed-en zuurstoftoevoer en verminderd gevoel door zenuwbeschadiging. Belangrijk is dan ook de glucosewaarden onder controle te houden. Hoe dit moet verschilt per individu. Iedereen heeft een andere manier van leven. In overleg met de arts, verpleegkundige, diƫtiste en persoon zelf zal er een behandelplan vastgesteld moeten worden. Gezond eten en bewegen zijn belangrijke uitgangspunten, naast tabletten of insuline.

Diabetes type 1 en 2 heten bijna het zelfde maar de oorzaken zijn heel verschillend. Hier bestaan veel misverstanden over. Vaak wordt gedacht dat alle vormen van diabetes ontstaan door te veel suiker, snoepen en een ongezonde leefstijl. Deze video legt het verschil kort maar krachtig uit.

Wat is diabetes? https://www.youtube.com/watch?v=p4qzWFxQngU&feature=em-share_video_user